De zon zei:
"Dit is zonneklaar!"
De kleine eikel lag er onhandig bij
door een vreemde vogel uitgekotst
dit alles guitig gade geslagen door een luie uil.
"Niets is helder als de zon, de zon
niets dan een felle flits in de lucht
- 's nachts zijn er duizenden
zoals jij -
niets zo helder als het water
klaterend in beken, het bekken…
Voor de eikel goed en wel begrijpen kon
waarover de uil sprak met de maan en de zon
bleken zij klaar met vechten en filosoferen.
"Zo zal ik nooit welsprekendheid leren
of schermen met woorden die ik dan zelf verzon
maar ik kan het natuurlijk ook anders proberen."
De jonge eik luisterde naar allerhande
stemmen en geluiden
waaide met winden…