het hart slaat
lettertekens
in rood gedoopte
riethalmen griffen
een spijkerschrift
op z’n kop
het hart hamert
slaat littekens
het laat zich
moeilijk lezen…
wij wanen ons ridders van de vuren tafel
grieven en wormstekeligheid
griffen wij in hout
doorzichtig blad valt van de mond
wanneer we drinken van de wijn
die brandt en de glazen heffen
alsof de steen die op de lever ligt
de zwaarte niet weegt
van bliksemsnelle scheuten
en zijdelingse blikken
gevuld met gistende woorden
naast het…
Oh, de wind en het stille, het wijde
En mijn vissenstaart die weer beweegt
Nu het zand van mijn huid is geveegd
En mijn haren weer glanzen als zijde
Oh, de golven, de meeuwen, de kliffen
En het schuimende, speelse gespat
Dat ik door alle pekel vergat
Maar zich toch in mijn ziel wist te griffen
Op het eiland van Groene Smaragd
Waar de wegen…
opgroeien onder het juk van
ontaarding door perversiteit
geen volwassenen of ouders, maar wrede verslaafden
die zonder spijt en impulsbeheersing de
uit eigen vlees en bloed geboren ziel
overmannen, barbaars overweldigen,
het levenslicht uitbannen in alle vroegte
en overschaduwen met niet los te wrikken
aanrakingen die de vrees diep griffen…
vlucht verborgen, verzwegen mijn altijd
open ogen het versneld vallen volgens de
voorspelde ballistische baan,
van niet herkende vogels uit, nog te zien
daarvan resten in hun vleugelslag, te hoog
gebouwde nesten,
sta ik ook vandaag oog in oog
met zonvergeelde piramides, obelisken en
beschadigde kariatiden;
een lach in de platgestreken muur griffen…
knokken en slapen en verliezen en denken en denken en bijwerken, en nota's van alles, en hondjes en poezen en reisdocumenten en handtekeningen en tijd en foto's en posten en wissen en vergeten en drinken en dronken en schrijven en denken en eten en shit en bedden en wouden en zinnen en het licht, hoe het soms valt op water en stenen, en beelden die griffen…