MEER MIN
Oh, de wind en het stille, het wijde
En mijn vissenstaart die weer beweegt
Nu het zand van mijn huid is geveegd
En mijn haren weer glanzen als zijde
Oh, de golven, de meeuwen, de kliffen
En het schuimende, speelse gespat
Dat ik door alle pekel vergat
Maar zich toch in mijn ziel wist te griffen
Op het eiland van Groene Smaragd
Waar de wegen van Dé Weg verhalen
Kronkel ik naar ’t geluk van de Ier
En hervind waar ik naar heb gesmacht
En ik vul er met oesters mijn schalen
En ik word er half mens en half dier
En vind terug wat verschrikkingen stalen
Geplaatst in de categorie: reizen