Hij neemt afscheid van z’n eigen zomer
die te nat was, veel te koud
een seizoen moet zijn zoals het zijn moet
teveel compromissen maken het leven slap
een aftreksel van de eigenwaarde
Het regent gekleurde bladeren
steeds meer hemel verschijnt
tussen kaler wordende bomen
zodat hij het bos weer kan zien
Alles bestaat uit fasen
vandaag bedrukt…
die toen zo
goed paste
bij de kleur
van de kast
de lege lijst
rust klein
en stil bij
de Kringloop
in een doos
van stevig
karton samen
met andere
al dan niet
ingelijste
portretten
niemand zoekt
iemand in
de blauwgele
Chiquita doos
die een
opening heeft
aan zowel
de onder- als
de bovenkant
aan weerszijden
de luchtgaten…
Lentegek
zomergast
herfstdraad
winterblues
Winternacht
adem en ijs
bitter en koud
slapeloosheid
Luchtgaten
brandhaarden
dromenvangers
acrobaten
Sluimerwolken
suikerspinnen
lust voor leven
opnieuw beginnen
(refrein)
Verhalen zingen
dromen dwalen
en verwaaien in de wind
in de wind
Bijenkorven
honingbazen
mantelzorgers…
En gristen met jampotten insecten op
Als verdoofde junkies die rond kelken
Van nectar en stuifmeel zoemden
Door de schroefdop boorden we
luchtgaten waarna de bijen,
Wespen en spinnen binnenin
Als gefnuikte gladiatoren
Het leven gingen laten
Maar wollige hommels
Die niet staken liet je
Log brommend vermeien…