Insectogenocide
Ergens ginder achteraf
Gristen we rond gonzende bloesems
Naar fladderende fouragerende vlinders
En kenden hun namen uit ons blote hoofd:
Koolwitje, Atalanta, Koninginnenpage, Dagpauwoog
We schepten er met jampotten ook insecten op
Hoog in de zomer rond de Rozenbottels
Schuimden ze uit hun zoetstoffige bloemkelken
Waar ze omheen graviteerden als planeten
Met spijkers hamerde je door het deksel
Van de bekaaide lijkkist ademspleten
Waarin wespen het opnamen tegen bijen
En ophitsend schudde je
De kruisspinnen, dazen en horzels
Die klissend in jouw inmaakglas
Het leven gingen laten
Maar wollige hommels
Die niet staken liet je
Log brommend vermeien
Geplaatst in de categorie: natuur