op tafel ligt ze
inktloos, leeggeschreven
haar vertrouwde vorm mijn reddingsboei
wanneer in dreigende stormnacht
ik vertwijfeld en stuurloos
het noorden zocht
gaf zij weer regel
richting aan mijn hand
stolde verwarde flarden tot woord
afbakening brengt rust
paniek op papier
is overzichtelijk…
zij die al mijn leed verwoordde
ligt voor mij op de tafel
inktloos, leeggeschreven
hoe vaak kneep ik vertwijfeld
haar vertrouwde vorm
tot reddingsboei
door stormige tijden
stuurloos het noorden onzichtbaar
in dreigende nacht
gaf zij weer regel
richting aan mijn hand
verwarde gedachten gestold in woorden
afbakening brengt tot rust…
een zwarte spin
spon draden tussen
zon en jou mijn bloem
zag de eerste trillen
in het ochtendlicht
bepareld met wat dauw
al gauw kruiste
een tweede lijn verfijnde
ruimte in afbakening
je bloeit nog lente
maar warmte en licht
zijn al getemperd
het web waarin
jij zit dreigt je
langzaam te verstikken
samen hebben we
de ragen…
gevuld met andermans rijkdom
schaar ik me ergens waar het licht
geen bijval kent, het ontmoeten
of het ontmoedigen ervan herkent
de tijd die ik in mijn zakken draag
leeg zoals de kruin waar geen
vogel in rust is de ruimte onbeperkt
aanwezig, geen afbakening die me
kent al hoor ik wel het schreien
van mijn lief, ze is me kwijt zegt ze…