mocht je hem vinden
en munten dragen in een oude buil
werp ze, gooi ze kringen makend
in een roerloos oppervlak
en sta er stil voordat
het dak zijn spanten kraakt
de voordeur sluit
de mat zich naar een voetveeg buigt
met open handen
gericht naar de zon ontvangen
wat de waarheid weet
mijn zonnehoed draagt gaten…
Ik heb je ogen nog niet gezien
wel je woorden gelezen
ken je nummer
en hoef je niet te bellen
want er is niets
te vertellen.
Alles dat je weten moet
is al lang bij je bekend
want elke ziel heeft
een tweede op deze kloof
alleen moet je die
wel weten te vinden
en jij hebt haar gevonden.
De maan geeft rust vannacht
en sterren stralen…
Regendagen vermodderen
mijn tuin, de goudwortel rot
mijn wensput loopt over
ik kan niet meer
naar de stad, slappe wegen
dat schiet niet op, niemand wil
daarvoor betalen, de wereld staat stil
mijn zoontje slaapwandelt op de tast
om mij heen, koe en kalf kijken
mij fronsend aan, zuchten
dampen gedempt door de fijne druppels
regentranen…
Blijft het hangen in een geur van schijn ,
houdt dat de deksel op de wensput van
het verlangen op een kier of valt hij dicht,
zonder dat te noemen is het de grootste
pijn of straf, of lopen we voor beide weg al
horen die eenduidig bij elkaar, worden we dan
bestempeld als moedig of een beetje laf?…
Als je eigenheid me verrast
(en ik me plots verlaten voel)
Hou je dan even vast en
(na een schil oude pijn)
Laat jou weer gaan
(groei in all-een-zijn)
Want de grens tussen jou en mij
is soms schrijnend lastig
Liefde zonder grenzen:
mijn bodemloze, kinderlijke wensput
Laat ons zichtbaar zijn
voor elkaar!…
Ik las in jouw gedachten
Zoete dromen van een kind
Dat blijft zoeken naar houvast
Om in een sprookje te verdwijnen
Haastig zoekend naar geluk
Naar iets dat altijd maar kon blijven
Iets dat scherven weer tot glas brengt
Iets dat ogen weer doet schijnen
En twee mooie stenen raapte ik
Gelegen op jouw pad
Hield ze vast met de gedachte
Wie jij…