453 resultaten.
Snuff'lend over blauwzwart bevroren vliet
poëzie
2.8 met 13 stemmen 1.293 Snuff'lend over blauwzwart bevroren vliet,
Zocht de oostenwind, of hij iets levends vond;
In 't zonlicht dubbel spokig, siste in 't rond
'T schuifelen, scherp en ijl, van 't dode riet;
Zwervend geroep van vluchtende karkiet
Klonk wonderlijk-onzichtbaar. 'T was, als stond
Bedreigd mijn lichaam op behekste grond,
Vol dood, die 'k voelde…
Achter mij in de laan hoor 'k paardehoeven klakken
poëzie
3.3 met 10 stemmen 1.498 Achter mij in de laan hoor 'k paardehoeven klakken:
'K verbeeld me, dat de k en de l zich steeds herhalen;
Maar onstandvastig zijn in timbre de vokalen:
De à stijgt naar de è, om wel of niet naar de à te zakken.
Iets langs schijnt recht voor me uit te vluchten langs de takken;
Iets monsterachtigs schijnt de vlucht'ling te achterhalen:
Dichter…
Golfstroom
poëzie
3.2 met 18 stemmen 2.172 I
Waar zonnedagen tot koralen stollen,
En vlijt van vroom-geduld'ge madreporen*
Bouwt, rood in 't blauw, toren naast holle toren,
De ontzaggelijke bekers van de atollen*,
En, eb en vloed van steeds nieuwe trezoren*,
Door 't licht vloeibare paarls*, de golven rollen,
En spieg'ling van nachtlijke wereldbollen
In 't groene vuur van de…
Golfstroom
poëzie
3.8 met 17 stemmen 2.082 II
Er is een poort - Twee kapen van koraal
Zuilen omhoog: welvende bliksem spant
Van top naar top zijn roodgetakte brand,
Plots'ling koraal zelf, groeiend, straal na straal:
Dat is de Lichtpoort Equatoriaal;
Vlammende wonderboom aan elke kant
En tovergroei van bliksem-slingerplant
Strepen met rood het zeevlak, blauw als staal.
Door die…
Golfstroom
poëzie
3.6 met 16 stemmen 2.112 III
In grandioos gracelijk evenwicht
Zwenkt de aarde om 't eindpunt van haar winterbaan;
En, blauwgroen-fosferende karavaan,
Trekt voort de Golfstroom, naar de pool gericht;
En de optocht van zijn golven zie ik gaan
Diep onder vlaggen van koralig licht;
'K zie hoe, rechtlijn'ge zomerdag, hij ligt
Op grensloos vlak van nachtlijke oceaan.…
Ik zat aan 't roer
poëzie
3.7 met 15 stemmen 1.878 Ik zat aan 't roer; jouw half blote armen roeiden;
Door verre rietkrans zwierf karkietgeroep.-
De plantjes zag 'k door 't meer - reusacht'ge loup -
Die ginds in licht als van Davinci groeiden.
'K zag, hoe diep onder mij, boven een groep
Van avondwolken, die roodvlokkig gloeiden,
Blauw op oranje, twee libellen stoeiden,
Aëroplanen, scheen…
Langs 't meer schitterde 't vuurwerk, knal na knal
poëzie
4.4 met 7 stemmen 1.715 Langs 't meer schitterde 't vuurwerk, knal na knal:
De plots'ling blauwverlichte bergen schrokken,
Toen om hun scherpe toppen donderblokken
Versplinterden tot klankbonken naar 't dal;
En gouden-regens klommen naar 't heelal,
Naar de aarde wierp clematis paarse klokken;
'T leek of apotheozen samentrokken
Om ons, brandpunt van dubbel hol kristal…
Vol noorderlicht van plechtige flambouwen
poëzie
3.1 met 10 stemmen 1.557 Vol noorderlicht van plechtige flambouwen,
Vol sterrebeelden hing het ijspaleis:
'T leek uit bevroren vuur, uit vlammend ijs,
Uit poolnacht en uit tropenzon gehouwen;
Door bloemen was 't, kristallen paradijs,
Nog stil, maar 't scheen, kosmische machten zouen
Een symphonie als van Beethoven bouwen
Uit al wat edel is en groot en wijs.
…
‘T is winternacht. – ‘K zit in mijn oude stoel.
poëzie
3.6 met 16 stemmen 2.187 I
‘T is winternacht. – ‘K zit in mijn oude stoel. –
Een thürings landschap zie ‘k, waar ‘t avondlicht
Scheef op hellende korenvelden ligt;
Hier, onder mijn veranda, wordt ‘t al koel.
Net Mendelssohn: een zoet en warm gevoel
Van smeltend, week verlangen: ‘t is als richt
Zich jongensmijm’ren naar het vergezicht
Van liefde, stil-heerlijk geweten…
Zij zit naast me, en ik aai ‘t gevlochten haar
poëzie
2.7 met 19 stemmen 2.007 II
Zij zit naast me, en ik aai ‘t gevlochten haar,
‘T hartstoch’telijk rood, voor mij gevlochten, blond;
En ‘t gladde strijk ik gladder met mijn mond,
En zijn metaalreuk ruik ik, diep en zwaar.
Zo ruikt het uit vers-omploegde grond,
Als over wachtend land ‘t prachtig gebaar
Van gaande zaaier, machtig tovenaar,
Zon, aarde en wolken oproept…
Neen, ‘t was geen Menselssohn, geen teer verhaal
poëzie
4.2 met 19 stemmen 1.911 III
Neen, ‘t was geen Menselssohn, geen teer verhaal
Van hoe een jongen en een meisje smachten:
Opschreeuwden, triomfeerden, psalmden, lachten
Violen, koper, orgel en cymbaal.
Brünhilde’s adem is ‘t, die ‘k ademhaal:
Haar jonge kracht, haar gretig lichaam trachten
Niet af te weren, wat ze heet verwachtten,
‘T uit ‘t wereldhart opwagn’rend…
Een Feuerzauber, toen.
poëzie
3.3 met 21 stemmen 2.292 IV
Een Feuerzauber, toen. – Hem overwint
Geen helden-Wälsung, zelfs mijn liefde niet:
‘K voel de as nog, die ‘k de nachtstorm waaien liet
Over de heiden, waar zij speelde als kind.
Was ‘t een apotheoze? Of was de wind,
‘T weerlicht, de wereld één schreeuwend verdriet,
Dat in extatische Walkürenritt
De dode zocht, tot waar waanzin begint?…
Vuur, aarde, wind, ik haat ze
poëzie
3.2 met 25 stemmen 3.648 V
Vuur, aarde, wind, ik haat ze. O God, mijn haat
Tegen het vuur dat, lang afgunstig, vrat
Het glanzend haar, dat ik heb liefgehad,
Als koper rood, en teer als herfstragdraad.
‘K haat de aarde. – Haar metaalreuk, de eeuw’ge, slaat
Omhoog: hoe kort kuste ik ‘t roodblonde glad?
En de onverschill’ge, die geen eerbied had,
De wind, die deed…
Felgeel van brem lag, rond, op grijze heiden
poëzie
3.7 met 19 stemmen 2.309 Felgeel van brem lag, rond, op grijze heiden
De zonn’ge heuvel, opgaande aardse zon,
Waarom, bolvormig, op de horizon
Zich werelden van wolken samenrijden.
Scheef, aan weerskant, streefde een bloedbeuke-allee,
Doorschijnend rood de apart zichtbare blad’ren:
De gele punt wachtte op het wachtend nad’ren,
Maar, roodgestippeld, bleef niet-af de…
Violenbed
poëzie
3.2 met 25 stemmen 2.722 Het hele perk was vol: je zag geen zand.
De paarsen leken ernstige oude heertjes,
De bruinen glanzend-moll'ge, goed'ge beertjes,
De gelen pluimen van een goudfazant;
En massa's witten stonden om de rand,
Zo wit als vlinders of als duivenveertjes,
Net roomse kindertjes in Pinksterkleertjes,
Die om iets heiligs heen staan, hand in hand. -…
Om één jaar jong te zijn, gaf 'k ziel en God
poëzie
4.2 met 11 stemmen 1.826 Om één jaar jong te zijn, gaf 'k ziel en God,
Ik, die geluksdorst met ekstazen les:
Ja, ja stompzinnig ergens in de Nes
Met dronken prolen slaan de boel kapot,
Dan met een meid naar bed, en van genot
Schreeuwen en schreeuwen doen, een keer of zes:
'K zou Brahman, vond ik Mephistopheles,
Zelfs ruilen voor Jehova Zebaoth.
En deze wens, die…
Soms vraag ik nuchter
poëzie
3.8 met 23 stemmen 2.036 I
Soms vraag ik nuchter: Is 't misschien een waan,
Wanneer ik denk, ik ben Brahman's profeet -?
Herleeft in mij, zonder dat 'k zelf het weet,
Een zon- en regentov'rende shamaan?
Of doe ik aan mystiek, noem 'k mij brahmaan,
Omdat het literair staat en gekleed?
En preek ik koketterend van mijn leed,
Omdat het hoort bij 't dichterlijk…
Soms vraag ik nuchter
poëzie
3.3 met 15 stemmen 2.383 II
'K dacht vaak te drijven in de Brahmanzee:
Maar was 't geen plasje, dat herinn'ring liet
Aan wat 'k gelezen had? Of was 't verdriet,
Dat schijngeluk zocht, toen me 't echte ontglee?
Vraagt nu: 'Ben ik 't?' 't verstand, dat mij verried?
Is deze twijfel mijn Gethsemané?
IN DEN BEGINNE WAS BRAHMAN'S IDEE -
Lama Sabachtani - Of…
Door winteravondmist zijn blauw beslagen
poëzie
3.3 met 16 stemmen 2.220 Door winteravondmist zijn blauw beslagen
De ruiten van de tram: spectrale kringen
Vervloeien, of vervolgen en doordringen
Elkaar naar stand van lantarens en wagen:
Soms is 't, of reusacht'ge juwelen ringen
Vlak achter 't glas in etalages lagen;
Dan lossen ze op tot halo's, die vervagen
Doorzichtig, wijd, in kleur'ge schemeringen.
En…
Gemakklijk lig ik in mijn leuningstoel
poëzie
3.8 met 6 stemmen 1.873 Gemakk'lijk lig ik in mijn leuningstoel
naast 't rode pluche van zonnig tafelkleed;
Plancks quantenleer zou 'k lezen, maar 'k vergeet
van mijn hier-zijn 't hoogst wetenschpp'lijk doel:
want 'k zie een tulpenveld, vol gekrioel
van lichte en donkre vlammen; eer ik 't weet,
silhouetteert mijn hand een haas, die eet
met mumm'lend mondje…
Voor paarsblauwe avondlucht zie 'k uit mijn raam
poëzie
3.2 met 15 stemmen 1.637 Voor paarsblauwe avondlucht zie 'k uit mijn raam,
Als ijle veren, in de grond de stelen,
Stil hun gewelfde pluimen, mijn abelen,
Abelen, grac'lijk edel als hun naam,
Die 'k niet kan zeggen, zonder hem te strelen
Met voorzichtige lippen; ja, ik schaam
Me half, dat niet, muzikale Calame,
Mijn taal hem schild'ren kan met klankpenselen.…
Geen maaksel was 't van sterfelijke hand
poëzie
4.1 met 11 stemmen 1.973 Geen maaksel was 't van sterfelijke hand:
Wetenschap zelf, metalen integraal,
Met vlammenkrans en gil van zegepraal,
Stormde de trein door avondheideland:
Eerst verre wolk van vuur en rook en zand,
Afstekend tegen westelijk opaal -
Voorbijgedonderd is de orkaan van staal,
En steekt in 't oost de horizon in brand.
En over 't oude land…
Vol winteravondschem'ring ligt de laan
poëzie
4.1 met 11 stemmen 1.573 Vol winteravondschem'ring ligt de laan,
Een buis, de wand hier, ginds grijswit als krijt;
De tram, een blok van gelig schijnsel, rijdt
Tussen twee lichtrechthoeken af en aan;
Soms knapt, verwaaiend links, rechts van de baan,
Een bouquet van meteoren los en smijt
Blauwgroene sterren door de donkerheid,
Waarin plots'ling zilv'rige sprookjes…
Zonsondergang
poëzie
3.9 met 17 stemmen 3.087 'T is of van de aard recht naar 't Eluzion
Een schipbrug door Giganten is gebouwd.
Neen: 't is een springplank van geelflikk'rend hout;
Ginds ergens hangt, die hier de aanloop begon;
Ik zie duid'lijk, dat 't spits toepuntend goud
Uitsteekt buiten de kromme horizon;
Onzichtbaar naast zijn helle roof, de zon,
Is de Gigant, die vallend vast…
Dan lachte zij: O jou geleerde ! / Nu slaapt ze in Brahman, veilig voor altijd
poëzie
3.9 met 10 stemmen 1.492 Dan lachte zij: O jou geleerde ! Wat
Weet meer dan ik van 't Brahman zo'n brahmaan?
Het is mijn thuis, ik kom er net van daan,
De Schone Slaapster van jouw Lotusstad.
Stil leg ik in de ziel je heel mijn schat
Van zelfgeschouwde God, geen mensenwaan:
Hoor, nu ik wakker ben, mijn fluist'ren aan,
Niet 't plechtigst org'len van de Oepanishad…
Lang rolt, een bol van klank, de knal van 't schot
poëzie
4.3 met 20 stemmen 1.346 Lang rolt, een bol van klank, de knal van 't schot,
Bonzend van wand tot wand, 't gebergte rond:
Het dier, door 't vals onzichtbare gewond,
Kruipt, om de rand, in scheef verlichte grot;
En pijnlijk trekt hij met verbrijzeld bot,
Hinkend, een smal rood streepje over de grond;
Diep, ver van 't bos, waar hij zijn voedsel vond,
Daar gaat hij…
Beweeglijk bloemperk op stil blauw kanaal (1919)
poëzie
3.5 met 13 stemmen 1.059 Beweeglijk bloemperk op stil blauw kanaal,
Flikkeren, fel, hupp'lende zonnestippen,
Soms plotselinge lisch met gouden slippen,
Soms gouden pijlkruid, plots'ling vertikaal:
Magisch onzichtbaar zijn ze, als ze overwippen
Van top naar rimpeltop; een enk'le maal
Zie je, als een slangetje, een rankende straal,
Glinst'rend en glad, tussen twee…
'k Ben Brahman. Maar we zitten zonder meid.
poëzie
4.4 met 29 stemmen 1.475 'k Ben Brahman. Maar we zitten zonder meid.
Ik doe in huis het een'ge dat ik kan:
'K gooi mijn vuilwater weg en vul de kan;
Maar 'k heb geen droogdoek; en ik mors altijd.
Zij zegt, dat dat geen werk is voor een man.
En 'k voel me hulp'loos en vol zelfverwijt,
Als zij mijn lang verwende onpraktischheid
Verwent met wat ze toverde in de…
'T IS LAAT AL IN DE NACHT. DOODSTIL IS 'T HUIS
poëzie
3.7 met 10 stemmen 2.015 'T is laat al in de nacht. Doodstil is 't huis.
Niets hoor 'k dan klokgetik en gasgesuis.
Met dwaze drukte zie 'k de slinger gaan,
Opglanzend, doffer glimlicht, af en aan.
'T is, of me in 't kleine, domme ding verscheen
De wijze tijd, en ernstig knikte: Neen.
De tafel ligt vol opgeslagen boeken:
Mijn leven heb 'k vermorst…
Er zit een schim, wanneer we als vroeger praten
poëzie
3.8 met 14 stemmen 1.122 Er zit een schim, wanneer we als vroeger praten.
Hij ziet ons aan; wij doen, als zien we hem niet;
En de een kijkt steels naar de and're, of hij hem ziet,
En de ander antwoordt met niet-merken-laten:
We horen 't, als hij zwijgt hoe we eenmaal zaten,
Net zo, maar anders; en verwond'ring schiet
IJl door ons heen, hoe mensen ooit 't verdriet…