vroeg wist ik dat het onmogelijk zou zijn
Hoe graag ik dat ook wilde, vasthouden kon ik je niet
Jij was eerder een vrouw dan ik een man kon zijn
En daar ging je, voorgoed, naar een ver land
Op zoek naar geluk, naar vrijheid en gebondenheid tegelijk
Je had je hart aan een Italiaan verpand
En gelukkig leek je, maar niets was minder waar
Twee dotten…
du waiven settu un fal
toen du son ging sakku
met aisuru pinnu
wildu su da waif pakku
achtur un struik gelegu
raaktu sai opgufokt
vursot oppun segu
as sai indu fal sou wordu gulokt
da komt su an
du borstu ontbloot
du frouwu begonnu tu schreeiwu
wai willu ju doot
sij priktu ut aisur in haar laif
jai bentur geweeist
maar hoe su ok…
Wat ick haer vermaen of preeck,
Zy hout al haer oude streeck.
’t Valt verdriet* soo langh te vryen,
Sonder yet meer te bedyen*,
Och, hoe dick heb ick gheseyt:
Doot, hoe quelt my deze Meyt.
Vroom* heb ick voor haer ghevochten
Bey* mijn scheenen schier aen tween*;
Die te voren weynich dochten
Hebben nu al blauwe ste’en*.…
Nu ziet men doorgaans twee uit wand’len gaande minnen
Elk met een telg bezeuld, al ’t mogelijke verzinnen
Met dot of rinkelbel, om ’t schreeuwend min-verdriet
De mond te stoppen in de warmte: ’t baat haar niet;
Hoe meer ze tobben met die ongespeende leeuwen,
Hoe meer heur zooggebroed de buurt bijeen zal schreeuwen.…
Van hell' end' doot lost dijn ellendich leuen:
Met liefd' end' gunst heeft hy dy heel omgheuen,
End' gantz omringt met syner mildtheyt groot.
5.
Die dynen mondt met goederen versadight,
End' dyne jeught met nieuwen tijdt beg'nadight
Ghelijck m'een Aer'nt zijn ved'ren ruynen siet.
6.…
Zooals de schapen van de heide, laat
Doot 't groene avondlicht gaan, dat wie staat
Op een bemosten heuvel, ze ziet gaan
Van den heizoom en in een donkren laan,
Den hoek om - zoo verliet die donkre troep
Die zij nazag zoolang nog het geroep
Van vogels opging, het gerekte strand.…