In speels verdriet en luchtig mededogen
ziet elfje Elsje dat het niet meer gaat
al is het teder zweven nog zo'n daad,
gegroeid uit eeuwenlang poëtisch pogen.
Het strijken over zachte wimpers laat
verveling toe: alleen de meisjes mogen,
gebogen over vijvers, opgetogen
de lelietjes-van-dalen aangepraat.…
Waar dat de Maagdom ligt, ging Els haar voedster* vragen,
De min* dacht, zeg ik 't niet, zij mocht daar van gewagen
Aan Ritsaart, dat's een boef, die zou 't haar doen bescheid.
Dies sprak zij, neem dees doos, hierin de Maagdom leyt,
(In 't dooske zat een vink.) De min was nauw vertogen,
De doos was op-gedaan, de vogel uitgevlogen…
Schoon Elsje, een boerinnetje, poezel en mals,
verloor in het zwenken de boot van haar hals
en Koenraad, de flinkste gezel van het oord,
ontdekt die en raapt die en rijdt ermee voort.
'Wat deert u, schoon Elsje!' zo vraagt hij alras,
terwijl zij al schreiende zoekt langs de plas.…
drie palen steken
uit een berg zand
aan weerszijden twee
vastgesnoerde vrouwen
in het midden zit
jij op een plank
hoofden handen en
voeten van lindehout
dezelfde gezichten
in berusting gestold
onthutsend ongeloof
over wie zij zijn
als in een stomme film
de weidse gebaren
de sprakeloze ogen in
het verstarde gezicht
het…
jouw korte leven kan
men niet in schrale
woorden vangen
de droeve schilder
vaart over het water
naar het galgenveld
inkt, riet- en verenpen
in zijn loden jas om
jouw lot te bewenen
bijl en wurgpaal
als pover raamwerk
hij zoekt slechts je gezicht
op kostbaar papier
dicht op je huid getekend
de verborgen verlatenheid
"de…
Els, zijn liefste door het trouwen,
Wiegt met zang hem waar hij slaapt,
Schoon ze vrij al wijder gaapt
Dan de hoofse staatjonkvrouwen;
En hij kust er Elsje voor.
Zo brengt Melker 't leven door.…