De regen tinkelt in de plas,
En lichter groent het lage gras,
De tere blaadjes lopen uit,
En donker gloeit het heidekruid.
De vogel tjuikt zijn liedje weer,
In blauwe dromen ligt het meer,
Een zachte wind waait door de lucht,
En sterft in ’t woud met flauwe zucht.
Hoor!…
Eindeloos heideland
Heuvels met verdwenen zand
Tapijten met het heidekruid
Mostapijten waar de bodem sluit
Starende ogen richting zonnegloed
Vrijheid loop je tegemoet
Het gevoel raakt bevlogen
Innerlijk wordt het voorjaar afgewogen
Veldleeuweriken fladderen vederlicht
Zonnestralen bieden tegenwicht
Solitaire berken glinsterend in de zon…
Wij zaten neer in 't heidekruid; daar vloog
Een wolk voor 't zonlicht en een zwarte stip
Streek langs het bos, als waar 't een floers van krip,*
De schaduw van een ziel, die henentoog;*
Verschrikt schoot ginds een vogel wild omhoog
Van uit de lage kant, een schuwe snip,
Terwijl de donkre schim, als met een tip
Het heiveld scherend, snel zich…
Door het heidekruid
Suist als aeoolsharpgeluid*
't Windeke en kust zo zacht
Al de bloempjes goedenacht.
't Orgelend lied der vooglen-kelen
Zwijgt in 't lover der abelen,
't Sjirpend krekeltje in de struwelen.
't Avondt. Aan de zoom van 't meer
Zit een bleke jongeling neer.…