de maan spiegelt
een reis in gedachten
ongrijpbaar
voor de stille dromer
een buik vol gevoel
flarden van eenzaamheid
en een duif
onderstreept het verhaal
in vogelvlucht
een slaapliedje
voor de bomen
die het landschap omarmen
als een warme deken
een nachtkus
voor het laatste
woord…
Vergeet niet dat onze blikken
En onze paden kruisen
Om nooit meer af te dwalen
Vergeet niet hoe sterk wij
Elkaar toen vingen
In de ban van beider baan
Vergeet niet dat ik nooit
Een andere zoete geur
Zal ruiken als de jouwe
En dat mijn slotwoord
Mijn nachtkus
Op jouw lippen
Zal zijn……
Dikwijls als ik had gebeden
Was 't, of op mijn oogeleden
Nog een nachtkus werd gedrukt:
Zou dat niet een Engel wezen,
Dacht ik - en met heilig vrezen
Heb ik 't hoofd ter rust gebukt.…
als licht
komen ze aanwaaien
ze schateren even in de zon
en heuvels lijken
te dansen
met de verste vogels, een roep
op zondag om te zijn
te strelen
aan je oor, de zachte wind nog
niet voorbij of bewaard
in een nachtkus
op je vingertoppen, armen
rond schouders, je buik
in slaap
ze buitelen in eenvoud
vergankelijk
en achteraf…
Het is niet jouw fluweel
jouw verlangende orgaan
je reikhalzende nachtkus
je zelfgemaakte portret
wat je continu blootgeeft
Ik heb geen heimwee
naar jouw dynamiek
jouw extroverte attitude
je onverstaanbare gedrag
dat aan je karakter kleeft.…
In dit geval is dat als volgt in alle regels toegepast:
r. 1 dagploeg, knokploeg
r. 2 potlood, boekenbal
r. 3 koekeloeren
r. 4 lokroep
r. 5 avondklok
r. 6 dromenland, nachtkus…
ganse zomer zingt
jij wil
een lege schelp vol golvende baren
een broekzak waarin de wereld kan
een waakvlam die voor altijd brandt
een liefdesuur dat eeuwig duurt
jij wil
een stamelende mond vol zwijgen
een streling zachter dan je zachtste vlees
een adem sterker dan de stormwind
een vers dat zwanger is van taal
jij wil
een stille nachtkus…