13 resultaten.
over mijn hand
hartenkreet
5.0 met 1 stemmen 842 over mijn hand
kabbelt gedempt
een mild gefluister
de middag
in al zijn luister
ruist als oeverriet
ik vang
het melklicht
door mijn venster
de koffie geurt
dit uur is
door geluk verdiept…
Nieuwe Meer
gedicht
3.0 met 2 stemmen 5.051 Geef mij de ronde, groene kamers
van distel wilg en oeverriet
waar voor een uur de jongens wonen
met lovers om hun tepelhof.
Geef mij de schuifelende liefde
van handen op een gladde buik
terwijl de asfaltwegen zoemen
en charters* prikken in de zon.…
Van de overkant
poëzie
3.0 met 4 stemmen 1.651 Morgen
Ik lag in 't oeverriet aan de overkant
En tuurde naar haar raam in de buitenste paleismuur;
Ik kon niet zien dat zij verscheen,
Want de nevel dreef over de rivier.
Maar de hemel achter mij bloosde van kim tot kim,
Zodat ik wist dat zij naakt voor haar raam moest staan.…
LAMENTO
gedicht
4.0 met 61 stemmen 10.954 Hier nu langs het lange diepe water
dat ik dacht dat ik dacht dat je altijd maar
dat je altijd maar
hier nu langs het lange diepe water
waar achter oeverriet achter oeverriet de zon
dat ik dacht dat je altijd maar altijd
dat altijd maar je ogen je ogen en de lucht
altijd maar je ogen en de lucht
altijd maar rimpelend in…
Verdwenen weelde
netgedicht
3.0 met 10 stemmen 457 Gelijk de leegte die in nevels voor mijn ogen hangt
en mijn verharde hart beroert dat mateloos verlangt
naar wilde weidebloemen, het bepluimde oeverriet.
Dat keienpaadje naar de witte woning aan het spoor
-waar wilde wingerd zich had vastgebeten rond de eik-
is weggevaagd.…
De laatste pont
gedicht
3.0 met 28 stemmen 10.368 Alles is echt, als straks de meerpaal kraakt,
tussen het hard basalt het breekbaar oeverriet.
Je daar een aankomst wensen. Meer maar niet.
--------------------------------
uit: 'Op het droge', 1988.…
RITSELEN VAN HET STIL
netgedicht
3.0 met 3 stemmen 741 Ritselen doet ’t stil niet meer
dat is zij lange reeds vergeten
Maar ach, de stilte van weleer
zat vol trieste afscheidskreten
Ritselen doet ’t stil niet meer
zij wacht mij en ligt te staren
in het duister steeds maar weer
naar de pijn van duizend jaren
Ritselen doet ’t stil niet meer
ook in het oeverriet is ze dood
Schoon het riet gaat…
Teerbeminde
netgedicht
3.0 met 8 stemmen 47 Hoe schrijf ik je Teerbeminde
aan de rand van de Styx dat ik
veer in het oeverriet
ieder uur de stof van vrede
als een engel van geduld
onzichtbaar met elkaar verbind
Hoe schrijf ik je Teerbeminde
met een blad voor mijn mond
dat ik me in afgemeten tijd
ademloos vasthoud aan
deze stengel de enige die ik heb
aan de oever van de Styx…
Herfstsonate
netgedicht
5.0 met 1 stemmen 51 Ik heb mezelf
nog van geen onzekerheid bevrijd
er is haast geen tijd meer voor mij over
er razen bassen door de radeloze wind,
in de kruien in a capella kreunende bomen
uit het zwarte water is een witte eend gekropen,
door het oeverriet schijnt een messcherpe zon
.…
Sneeuwlandschap
netgedicht
4.0 met 32 stemmen 1.920 Of ook:
de haas die sneeuwblind wegschiet
-donkere beweging op heldere rust-
twee blauwe reigers
verbazend traag opvliegend
uit het berijmde oeverriet
een rillend konijn
met zieke ogen
in het afgeknaagde onderhout
schokkender dood
-want met nog slechts een zucht
een lichte trilling van leven-
dan het stijfbevroren eendenkreng
even verder…
Soms, als gij zwijgt en uit het venster schouwt...
gedicht
3.0 met 13 stemmen 9.125 Wanneer gij zwijgt en uit het venster ziet
komt soms de wind en hij beweegt uw haren,
die aan de boorden van uw voorhoofd staan
als aan een stilstaand water oeverriet.
Soms komt een wolk de hemel langs gevaren,
ik zie de schaduwen over uw ogen gaan.…
wat ze begeert
netgedicht
1.0 met 5 stemmen 115 Wat ze begeert is niet mijn lijf
Dat is al hier, ze speelt ermee
Het eet met haar het weet
Van al haar voelen hoe het voelt
En is al duizend maal door haar ontkleed
Wat ze begeert is niet mijn oog
Dat rust op haar en ziet
De blik gespiegeld anders niet
Haar huid heur haar als mild geel oeverriet
Wat ze begeert bestaat
Het is wel mij…
Het houtrapertje
poëzie
3.0 met 49 stemmen 4.865 De knaap kroop in de abelen,
Bij d'enggevroren vliet,
De laatste blaren zonken
In 't suizend oeverriet.
Het knaapje lachte zoeter:
Hij zag zijn huisje staan,
En voelde 't jeugdig harte
Van moed en hope slaan.…