Mijn onderrug
één doffe pijn.
Opstaan
een moeizaam proces.
Onzeker op mijn benen
loop ik naar de badkamer.
Wat ik voel in mijn knoken
zie ik aan mijn gezicht:
ik word snel oud.
Sneller en sneller.…
Mijn afdruk
verraadt
alle pleisterplaatsen
waar wij ooit samenkwamen
mijn borsten
geven richting
tonen reisverslagen
over getrotseerde afdalingen
op muren
van mijn onderrug
staan onze leuzen
gekalkt in zacht gekreun
en in holtes
van mijn kniëen
zetten butsen zich schrap
in jouw zoektocht naar houvast.…
Ik zoen de sproeten op je rechterbil
en via de kuiltjes in je onderrug
glijden mijn lippen naar boven
richting linkerarm met je
Drakentatoeage bovenaan.
Dan neem ik een afslag,
sabbelend aan je zachte
oorlel mét oorbel kom ik
zonder omleiding bij de
kuiltjes in je wangen aan...…
boven het geultje van haar stuit
waar de rivier ontspringt van haar twee benen
staat iets getekend op haar huid
gebeiteld als in marmeren stenen
het lijkt gegroeid van binnenuit
en biedt een uitzicht voor degenen
die haar als minnaar hebben buit-
gemaakt en balanceren met hun tenen
het prikkend ornament prijkt als een stempel
op haar onderrug…
met gestrekte armen
draag ik haar boven mij uit
de handen in haar zijden
amper gesloten ogen
zoeken blind de vogels
in een blauwe lucht
wil haar door engelen laten begeleiden
lang sluikhaar valt gespreid
over mijn schouderbladen
zelfs dieper naar de onderrug
als een zoet tapijt dat
een zachte verleden liefde draagt
om later in verloren…