vergrijst
is ook de harige bescherming verder uitgedund
ik durf te wedden dat mijn verdubbeld tuig
tevens naar overdadige kilo’s verwijst
Het licht bewaren doorheen berg en dal
etmalen lang, daar spoelt nu een wegdrijvend vocht,
in hoeverre is mij nog het scheppen gegund
Ben ik vergroeid en gelijk ik op een gedrocht
en heeft het zout vooral overwoekerd…
Jouw voorhoofd is een gewelf
Overwoekerd met mos
Doordrenkt van moessonregen
Als in een majatempel
Elke steen en kier berekend
Zodat eens per jaar een straal
Trefzeker in de kern binnendringt
Jouw neusvleugels van was
Zijn fraai uitgesneden
Uitgestald achter beduimeld glas
In een muffe zaal
Waar ik gluur naar hun trilling
Jouw vingers…
geland
met gaasdunne lading
de vloot is vervuld van vreemd
somber geduld over de daken
en bewoners bijna uitgeslapen
de dagen zijn voorbij waarin de dood
uit gewoonte is overgeslagen
ver buiten ligt het park
met beelden bleek ongemoeid
veilig verstomd in hun ijzig marmer
de witte schilvers huid zijn
van een mediterrane zomer
een tuin overwoekerd…
opscheppen bij het ontbijtbuffet
en hoewel niet moddervet met een opgeblazen gevoel rondbanjeren
door buitenlandse steden
mannen die liever niet in de spiegel kijken
als ze met hun gelukkig getrouwde vrouw
in het royaal naar hen uitgestoken ochtendlicht
vertrouwd en helder
de gelukkige liefde bedrijven
----------------------------
uit: 'Overwoekerd…
dorgedroogd deeg
van eroderende
roestbruine bladeren
Axons dendrieten
tal loze pezen
tussen de tenen
en spattende aderen
onder de voet
van de woudgewelfreus
Stamvader wakend,
gekruind en doordesemd,
over 't vergane
en half verweerde
Doch nog niet weder
tot stof gekeerde
humusgekreupel
der zakdoekjesboom
Een eeuw oude half
overwoekerde…
Elders
zijn ze overwoekerd door torenhoge brandnetels en ander
kruipgroen. Ik ging al snel op in de prachtige natuur en
een vlinder eiste mijn aandacht op. Braam voor braam
ging in mijn emmer en ik had de bijen en wespen
lief, de vliegen en springdiertjes, de slakken.…