inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 6.057):

Bekoring

Jouw voorhoofd is een gewelf
Overwoekerd met mos
Doordrenkt van moessonregen
Als in een majatempel
Elke steen en kier berekend
Zodat eens per jaar een straal
Trefzeker in de kern binnendringt

Jouw neusvleugels van was
Zijn fraai uitgesneden
Uitgestald achter beduimeld glas
In een muffe zaal
Waar ik gluur naar hun trilling

Jouw vingers kruipen als kevers
Onder mijn broekspijpen
Verhit in eigen zweet
Gesmolten in de tropen
Het kriebelt
Als een bange vlinder
In de kom van mijn hand

Jouw bekken is een donzig dal
Als je kantelt in het linnen
Om jouw navel te verbergen
Het enige litteken waarvoor je bloost

Jouw tepels zijn kegels
Afgetopt en week en hard
Door de schemer geverfd
In een kleur die de schilder
Nauwelijks mengen kan

Geen wonder dat een man overspelig wordt
Jou besluipt in ondergrondse parkings
Met een brandtrap en een lift
Naar het koopparadijs
Waar hij een zoete leugen
In jouw oorschelp giet

Bijvoorbeeld
Dat jij de enige bent
En de ander een banale vergissing

Schrijver: Wim Veen, 20 december 2004


Geplaatst in de categorie: vrouwen

3.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 872

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)