Het toilet was gechloreerd
Net als mijn adem
Benemend
Het glazuur straalde wit
Net als mijn gezicht
Bleek
Ik hoestte tegen beter weten in
Mijn ademnood weg
Loog
Dat droge tranen erger prikten
Dan chloor op wc-papier…
Ranomi gaat zich nieuwe banen banen
Haar koninkrijk van water en van chloor
Komt haar sinds gisteren weer sober voor
Ver weg van glamour en van vreugdetranen
Zo moet 't gaan. De kans op herbeleving
Kan immers slechts ontstaan in zó'n omgeving…
Ik zag in gedachten alleen nog
zijn karkas en ogen vol chloor.
Pas later, toen ik in de nacht
naar buiten ging, zag ik de pad
voor de deur staan, wachtend op
een gast als ik.
Als een elegante lakei opende ik
de deur voor hem en hij wipte
vol dankbaarheid naar de pracht
van een zingende leeuwerik.…
geen etiquette
in de gaten van stilte
huilt het kind van morgen
in gerafelde eenzaamheid
de stukken uit de middag
maar vanmiddag vielen
snippers eierschaal omlaag
gras kleurde tot kunst
geboorte werd begrafenis
de zon doofde in de asbak
de thee met chloor
smaakte naar bestoven tantes
ik voelde me gevangen achter tralies…
gedaan
vier jaar uitsluitend voor geleefd
om daar te kunnen staan in
het gouden licht
naar een verjaardag ging ze nooit
zei ze zelf want ze dacht aan dat goud
dat vond ze belangrijker dan leven
ik bewonder dat wel in haar
maar ik denk ook wel dat je misschien
beter een keer kunt nadenken
aan de rand van het bad
die lichte geur van chloor…
in een traag maar krachtig ritme,
trekt een gespierde schoonheid
een wit bruisend bellenspoor
door het diepe, blauwe chloor
de regelmatige, vinnige slagen
van twee mooie, gebruinde benen,
versterken de stuwing
van soepel gebogen armen
dansend langs het oppervlak,
terwijl de mond regelmatig
contact zoekt met de lucht,
glijdt de zwemmer…
Meelzak met wit gestikt lint
En uitgelopen vlekken
Door chloor hopeloos
Achtergelaten op wat
Een zwembroek moest zijn
Lubberig hangend om het
Magere jongenslijf
Bibberend van de kou
Angstig wachtend op
De sprong in het diepe
Die komen gaat - maar die
Nog niet half zo erg is
Als het gejoel, geschreeuw
En gefluit van die horde…
Het rook er naar Niels Bohr en naar chloor.
Ik geloof wel een lieve man die Niels Bohr.
Arm kind.
Onder hangende haken en sloten.
En ver weg mijn moeder aan de thee.
Verdoving bestond niet in zijn woordenboek.
Lief was hij vaak niet naar lieve kinderen.
Nou eenmaal naar mij toen ik bijna onder de auto kwam.…