66 resultaten.
Op een Tweede Pinksterdag
hartenkreet
3.0 met 20 stemmen 3.072 maar vader stroopt de mouwen al op
kijkt haar aan en schudt z'n hoofd
bloeddoorlopen ogen, half verdoofd
stomme trut, dit was toch joúw idee
en ik, de lul, doe altijd weer mee
laat me hiertoe elk jaar verleiden
als we thuis zijn, wil ik scheiden
ruw smijt vader zijn autodeur open
kom maar sukkel, ik zal je slopen
de kinderen gillen, roepen…
Vrijheid bestaat niet (rapgedicht)
netgedicht
4.0 met 3 stemmen 204 wilt gaan staan
Da’s foute boel
Ze laten je niet gaan
Hup in de box
Je jeugdgevangenis
Achter spijlen koekeloeren
Tot het avond is
En als je vier wordt
Roept de basisschool
Weg bij je moeder
Weg bij je idool
Zo blijft dat tot je achttiende
En o wee als je niet gaat
Dan staat een leerplichtambtenaar
Bij jou in de straat
Zo sukkel…
EEN OUD BESTEVAARTJE MET EEN JONG MEISJE
poëzie
4.0 met 20 stemmen 4.010 Lammert [L]
Jannetje [J]
L: Jannetje mijn zoete bek!
Ei lieve, blijf wat staan!
J: Wat schort je, zeg, jij ouwe gek?
Ik raad je, laat me gaan.
L: Al ’t geld dat gij hier leggen ziet,
Dat is voor u al ree.
J: Weg kaalkop, ik en zoek u niet:
Wat jij zoekt, zoek ik mee.
L: Van landen, zanden, geld en goed
Zo ben ik machtig rijk.
J: Dat…
Droomnag.
netgedicht
4.0 met 2 stemmen 315 Met oë wat sukkel,
lees ek die grafskrif:
Daniël Johannes Stephanus.
1870-1900.
Hy't sy gat gesien by die Slag van Gatrand, op die vyfde dag van September.
Hy was dertig.
Dis sewe dae
en sewe en sewentig jaar later.
Ek staan agter die bloeiende hopie
van ñ huilende,
stukkend-geslaande man.
Minute van klaar af
met sý road to freedom.…
Waarom Nederland het songfestival gaat winnen.
netgedicht
4.0 met 3 stemmen 185 De sukkel! Het is hem bij twee jongens gelukt. Twee keer in dertig jaar, en geen honderd.
Trouwens, zo groot is Westkapelle nou ook weer niet. En zo rijk was tie natuurlijk ook weer niet.
Ja, in zijn fantasie.
In zijn fantasie was alles groter. Zo groot, dat je er een snip aan kon hangen.…
Rijmelarij
poëzie
3.0 met 4 stemmen 2.341 Wat deert mijn sukkel dan?…
Daar slaat hij, met een woest misbaar,
De linkerhand in ’t zwetend haar,
En hijgt en steunt zo zwaar:
Daar brengt zijn magere rechterhand
De ganzenveder, die ze omspant,
Stuiptrekkend naar zijn mond,
Mond, waar zij ’t woeden van zijn tand
Zo dikwijls ondervond.…