onophoudelijk vraagt
de blinde man of
het al tijd is voor
zijn pijnstillers
helaas meneer
er is niets meer
maar ik vraag of het al
tijd is voor mijn pillen
er is niets over meneer
ze zijn op zoals u en ik
we kwamen alleen
dood gaan we ook alleen
we spelen het eindspel
u ik en alleman
we zijn eenzaam
is het al tijd voor mijn pijnstillers…
op een nacht
sluip ik binnen in je kamer
kijk hoe je slaapt
en kus je teder op de lippen
je wordt wakker
de ogen gesperd in verbazing
vooraleer die omslaat in angst
snijdt het vlijmscherpe mes
twee diepe kerven
aan beide kanten van je hals
ik proef
aan de bron
de koperen koppigheid
van je bloed dat gutsend
het witte laken…
Eindspel.
De aarde ploft en spuwt verbrande korst.
Wij duiden alles aan, maar niemand
wil nog mensen lezen. Natte wensen
druipen smekend van de muren af.…
------------------------
------------------------
0 tot 25 jaar: de opening, zoveel kansen, zoveel tijd op de klok,
25 tot 50 jaar: het middenspel, offeren om vooruit te komen.
50 tot 75 jaar: het eindspel, herhaling van zetten of word je geslagen uit het niets?…
Veertig, ik heb nog hoop
De klieren in mijn borsten stuwen
het verlangen, ik stuiter
met grote ogen tussen fatsoen
en handtastelijkheid, struikel
over scheve stoeptegels
spiedend naar een kans
Waar is mijn man
nu ik hem nodig heb
om me te lijf te gaan?
Ruikt hij mijn nood niet?
Ik trek een been op
mijn wikkelrok valt open
Half verscholen…
Wie heeft er uitzicht op het eindspel
Van dit geimproviseerde complot?
Zie toch hoe God zijn winst uittelt
En niemands oogmerk hier
Voor de van overheidswege
Geregistreerde waarheid geldt…
Ik zag Anish en Magnus in de Blitz
Fenomenaal, de snelheid van het spel
Neuronen en synapsen in duel
Een knock-out die beslist werd in een flits
Al scoort het slecht tussen de volksvermaken
Het blijft een zinderende sport, dat schaken…
tussen leven en dood
zonder ‘n echo van waardering
de rode maan blijft zich herhalen
in ’n ongeschreven baan wentelt zij
als in ’n droom verheven
boven ’t brede gezicht
van de sociopatische fake-koning
in ’t ritme van ’t voelen
dat zij voor elkaar deden
fluisterde De Strijder 'eens
was ik jouw uitverkorene
maar niet voor ’t eindspel…