in een memoire
laat het leven je voorbij varen
langs aanlegplaatsen van weleer
soms ver in de verte terug
wil ik de weg van mijn geest verklaren
keer op keer zoekend naar de sfeer
en markante jaren
verborgen als het ware
of zijnde achter de rug
door de glazen van heden
wordt nog steeds veel gemeden
de ziel doorsneden
opgeroepen in diffuus…
mijn hoofd
is niet ovaal, haast
vierkant van nature
daarin die grote
bolle ogen
blauw geheten
in de volksmond
vervlakt grijs
als ik het zeggen mag
een neus
met geringe Joodse inslag
zorgt voor een
verweesd gebaar
de glazen hangen immers
onder het vlak mijner blikken
terwijl mijn lippen
dun de bovenste
de onderste dan
wat meer…
in het huis
spookte het
maar ik was kind
en voelde zo diep
dat ik het niet zeggen kon
wie waren het?
wat deden ze?
ik dacht wel eens
het was de wereld
van grote mensen
die ik niet zien kon
maar die gonsde
aan de periferie
van mijn volwassenheid…
renaît toujours
Le jour est venu où ma voix s’éteint
Parce que la corde de la mort étouffe les mots
Ne laisse pas le silence te déranger
Mais écoute l’écho de l’autre rive
Le jour est venu où je ne peux plus être
Où et chez qui je souhaite
Laisse le sel de tes larmes
Devenir paisiblement un doux souvenir
Qui me maintient en vie dans ta mémoire…
rust maar zacht
jij, naamloze ik
op velden met
eindeloze lanen
geëerd met marmer
of zomaar onder zoden
zonder tranen
stille held
ooit in bange dagen
uitgezonden
ook al dreigen
beelden te verbleken
je leeft nog
altijd voort
in verre wonden…
Hoe meer koetjes en kalfjes
En crèmepjes en zalfjes
Des te meer hoeft het blad
Als de snoet van een kat
Zich in dovemanskleuren
En brandnetelgeuren
Op visite bij neefjes
Te wentelen in teefjes
O hoe zalig kan het zijn
Ramadans marsepein
Maar zij doet bitterzoet
Aan de lijn, Marjolein…
Vandaag ontving ik een geschenk
toen ik langzaamaan
het plein wilde gaan verlaten
voldaan maar zonder vondst.
De stevige vrouw was niet knap
volgens de regels
volgens welke ik had gekeken
dwars door haar aanbod heen.
Vastberaden gaf ze me het beeld
en ik keek op
en zag de vrouw weer verdwijnen
in een meisje op het schilderij.
die zei…