inloggen

Alle inzendingen over jonkheid

37 resultaten.

Sorteren op:

De verlaten vrouw

poëzie
3.8 met 4 stemmen aantal keer bekeken 993
Als een man die zijn bijl aan de stronk leit Door een ruigte van levend loof, Zo trof gij de kern van mijn jonkheid, Die stierf met mijn stervend geloof. En achter bleef een die het lokken Van 't wrede herdenken schuwt, Maar toch altijd opnieuw wordt getrokken Naar uren waar 't hart nu voor gruwt...…

Vlaamse kermis

poëzie
4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 770
Trouwt en kweekt ge kindren, wordt ge van den ouden tijd, komt geen jonkheid hindren als ze speelt en vrijt. Oudmoederke en oudmanneke, kruipt dichter bij het kanneke, en drinkt verheugd, op al dat deugt, op oude en jonge jeugd. Ha! Niets zo leutig-fraai en fris als bezemboerenkerremis!…

De badende herderin.

poëzie
4.8 met 4 stemmen aantal keer bekeken 760
Dan proeft haar voet het nat en met nieuwsgierige ogen Volgt ze, hoe rimpels ros, waar 't water langzaam vlaakt, Zich voegen tot een beeld en plotsling, fel bewogen, Ziet ze, (maar durft niet zien) haar eigen jonkheid naakt!…

Zomertochtje

poëzie
3.5 met 12 stemmen aantal keer bekeken 2.313
En ’t opene hart hield geen smartje verborgen: Een jonkheid van weelde, van liefde, van licht, Stroomde allen van ’t prettig en vrolijk gezicht.…

GEMIJMER

poëzie
3.4 met 7 stemmen aantal keer bekeken 1.280
Op wier vochte glansen Nimmer blik zich vest, Of der grijsheid harte Voelt, ondanks 't gemis, Lafenis van smarte Door zijn heugenis; Of aan hoger weelde Dan in wulps genot Ooit de zinnen streelde Voert de jonkheid bot; Tuig het, gij, die luister 't Spieg'lend meervlak schenkt, Dat ze in 't schemerduister Mijner stil gedenkt!…

HET WINTERSPOOK

poëzie
3.4 met 9 stemmen aantal keer bekeken 2.807
Een graf nu, och, een wintergraf is alles weer bedegen*; gedolven in dat graf is mij de jonkheid en de jeugd: wie redt er, ach, wie helpt er, uit de nood ons? Hoe de vreugd van vroeger, die begraven ligt, het graf weer uitgekregen?…

Volste lente.

poëzie
4.2 met 4 stemmen aantal keer bekeken 437
Rijpe jonkheid, die der schoonheid volte omspant, de klare woon zijt dezes Gloeds, die stijgt noch neigt.... Dit is 't hoogste: gouden zwijgen, 't eind des stijgens, en niet neigen neer nog als een bloem die hangt óver, - maar een kelk, die in de zon-gloed ganslijk te verzwinden voelt, niet meer wéet of verlángt....…
Meer laden...