ik wist in reiken
het wijken
van de horizon
door het bolronde
van de aarde
maar niet
het tedere strijken
van oog en handen
in een veranderend
liefdesperspectief
er ging een nieuwe
wereld voor mij open
in het bereiken
van de levensbron
als onze innerlijke zon…
nog lang
zweemde de lach
rond je mond
toen jij met de
kleine had gedold
vuistjes met
vingertjes bolrond
onderstreepten
ook met de
mond zijn plezier
het ogenspel was
fenomenaal snel
joeg de hoogste
tonen onverwacht
in jullie lach
om dan rustig
uit te golven en
te wachten op de
volgende vloed die
nog veel hoger moet…
Maar in de bolronde spiegel
van uw eigen werkelijkheid
schittert de zielloze fictie
in de suizende tijd,
en zingt u luidkeels:
‘en we leven nog lang en gelukkig’.…
De bolronde buik gekeerd
naar de verwarmingsspijlen
de achterpoten lui languit
de staart kuis ertussen.
In knorrend gespin
valt de bek iets open
tipt het ruwe tongetje
tussen gewapende tanden.
De snorharen wijd
in zwijm van genot
tantaliserende zinnen
tikken trillingen.…
Een tros van drie is groots, een trotse trits
bolronde schepselen, zonvolle kersen.
Ik hoop heel erg te zijn een voorzanger
van al wat leeft, van werken Gods een gids
door middel van verheerlijkende verzen.
---------------------------------
uit: '1000 Sonnetten', 1997.…
En ouërwets bolronde dahlia's
Gloeien, mooi evenwijdig met de muur
Van 't boerenhuis; laag tjisp'ren om de schuur
Zwaluwen, over 't pad langs 't ijzergaas.…
van dubbeltje naar kwartje-
Vele Gooise vriendinnen
Belanden in zijn bed
Kreunen steunen
En
fluisteren vol sentiment
-Oooh Adam
ik heb een mankement
mijn oren staan wat wijd
Schatje ik wil je voelen
Jij weet wat vrouwen bedoelen
En Oooh
Mijn lipjes zijn zo dun
Oooh lieverd
Kijk in de spiegels aan `t plafond
Mijn borsten
Vroeger bolrond…
franjes avondrood
zich zachtvrijend uit aan hun kokkelende waterpartijen
uit de gespannen nachtboog langs de schemergordel
tuit dorstig langend scharlaken zonnegloor haar
schone lippen landinwaarts waar boven
duin een saffranen maan als luchtbaken gezet in
klatergoud vol triomf verrijst
kranst en waant zich in de wende van dit
ongeschonden uur bolrond…
‘Aan Elsa’ leest in bolrond kinderschrift
Haar starend oog op ‘t saamgevouwen blad.
Traag doet zij ‘t open, strijkt met vlakke hand
De plooien glad van ‘t half verkreukt papier
En leest: -
- Och Elsa kom toch even thuis!
‘t Is hier zo treurig! Moeder zit alleen
En spreekt geen woord en houdt niet meer van mij.…