En 't geschuif der zuiverende vegen
van flodder-wind, die hijgend-blij 't geluchte wast,
voelt zeulen in zijn joel en door zijn woelen wegen
de stem der zee die kreunt en wijkt, die huilt en wast...…
Soms doen ze hun blokjes
en lichtgrijze sokjes
aan 't oude kapelleken uit,
dan klinkt langs de wegen
het joelen u tegen
en 't plif-pleffend voetjes-geluid...
Maar zien ze in het deurgat hun moederke staan
gauw schieten ze sokjes en blokjes weer aan.…
schoenen - en een zwarte aktetas
Een hand omvat een creditcard in een zwarte overjas
Op een stoeltje zit een zanger in de weer met zijn gitaar
Een eiland in de drukte - in een holle ruimte waar
zijn langdoorleefde stem weerklinkt door het dagelijks verkeer
Eén stap per keer
Schooljongens passeren - luidruchtig op de fiets
Ze klappen en ze joelen…
Paardenpoten trapp'len, draven
boven graven, boven graven,
boven het Memento Mori
juicht de dag in volle glorie,
tussen zware wagenvrachten
jagen mensen, joelen, jachten,
snorren taxis, toet'ren, tett'ren,
zoemen stemmen, schreeuwen, schett'ren,
logge camions dond'ren, bonken,
monden lachen, ogen lonken,
wielen went'len, knarsen,…
vel
En stokkerige gang doen zien dat hij
Met harde wellust naar 't antieke streeft;
Om de heer dichter met zijn zwier'ge kop
En flabberdasje, wiens breedrand'ge hoed
Een hoofd vol toekomstvisioenen dekt;
Om der cocottes zilverlach
Waarmee 't begerig manvolk wordt gelokt;
Om 't blokkend bocken van 't quartier latin;
Om 't zuip'rig joelen…