weemoed en tegenweer
iets dat je weerziet
iedere keer...
een laatste droom
in het verschiet
de berg te hoog
een leeg vergiet
door deze zeef
is het gegaan
het klein geluk
uit je bestaan
't vloog zo weg
met het vergeten
je zag het aan
hebt 't geweten
het komt niet weer
dat is een feit
verdween voorgoed
in eeuwigheid…
Vind me lief en aantrekkelijk
Nee het is geen zekerheid
Dat gevoel was maar voor even
Het is er voor zolang het er is
Tot dan zullen wij elkaar geven
Nee er zijn geen dromen meer
Alleen maar een stukje realiteit
Steeds voelbaar in ieder moment
Je wilt me niet… maar ook niet kwijt
Ja ik zweef op de achtergrond
Tot het moment dat je me weerziet…
niemandsland
als drager voor hun gebroken hemel
In het oog van de Dood woont haar lief
nu waardig en roept haar naam
onmachtig vanuit een klankloze wereld
Zij verdrinkt in waanzin als zij hem
te vroeg verliest aan het stenende graf
waar haar handen zich kapot graven
op zoek naar zijn dolende geest
die wacht tot zij zijn weg mag volgen
en hem weerziet…
als drager voor hun gebroken hemel
In het oog van de Dood woont haar lief
nu waardig en roept haar naam
onmachtig vanuit een klankloze wereld
Zij verdrinkt in droefheid als zij hem
te vroeg verliest aan het stenende graf
waar haar handen zich kapot graven
op zoek naar zijn dolende geest
die wacht tot zij zijn weg mag volgen
en hem weerziet…
verstuiven hun meel langs de lengtegraden pril
als de doorluchte schermen van de bloem der paarden,
Pegasus, lichtvoetig zo hun zwermen hem heffen
zijn zwaarte te boven,
Diepgravend waar hij aanzet om zijn vlucht te nemen,
zijn hoefslag de bron slaat in de ader,
Het hart ontdooit aan de vonk als Aganippe
zijn hiel ketst
En de spiegel u weerziet…
Het lieflijkst en roerendst vertellen zij
Als over je kijkertjes allebei
Moede oogleden neer zijn gegleden,
En dromen komen - lichtkindertjes klein -
En je lach zegt, dat je in hun samenzijn
Weerziet droomschoon verleden.
Twee springertjes rap bei je voetjes zijn:
Die worden niet moe al zijn ze zo klein,
Die weten zich lustig te roeren!…