ja alles werd zwart
opeens nacht, waarin ik
weende in misère
met de Beaujolais
de bloemkool
de portier
en zijn kruiswoordpuzzel
toen ben ik gaan lopen
het begon zacht te regenen
langs de maas
die koude maas…
nog proef ik je zinnen
ik slik ze langzaam door
stik bijna in de punten
die je overal van maakte
bitter is de afdronk
van verwijten die je schonk
een aroma vol bevelen
zonder geur van overleg
nog even zit ik met je
in mijn overvolle maag
daarna zoet ik mijn lippen
met beaujolais primeur…
der vlaamse leeuw
de voorouders, van namen tot dijon
met kruisridders als godfried van bouillon
werden de bourgondisch nederlanders
die zich toen zonen waanden van de zon
Hun macht steeg hemelwaarts in een verlangen
naar roem en eer in brussel en in gent
hoog in het zadel, rood met witte tinten
in fiere kleuren van de dagpauwoog
en beaujolais…
wat wordt het vandaag
zwart of wit, een beetje grijs?
nooit weet ik wat aan komt waaien
hoe of wat te oogsten,
is de muze goed geluimd,
straf maar rechtvaardig,
zwartgallig op het botte af,
of pluk ik zelf de woorden vandaag?
het laatste
fris groen, al dente
hangen woorden aan de rank
met dauw besprenkelt nog
lonken ze naar mij,
pluk…
Plukvers
gefruit in hete olie
met sjalotjes,
een teentje knoflook
en dobbelsteentjes rokerig spek:
delicate geurtoetsen
van hazelnoot walmend
rond de hete pan,
tot het sissend blussen
met een vrolijke scheut
Beaujolais Villages.…
Robert Plant zong samen apart,
nee, ik niet zonder jou en jij niet zonder mij
mijn beste vriend is altijd mijn gitaar
Beaujolais dan maar, een prima wijn
was het Jezus zelf die een gebroken hart verzon
of toch Judas met zijn zilverlingen blij
hoe moet ik van je houden
wat doe je wanneer je denkt aan mij
ja, ik ben veranderd en het voelt niet…