2561 resultaten.
Onsterfelijkheid
netgedicht
3.0 met 1 stemmen
190 Boeken sterven niet.
Boeken verouderen.
Meesterwerken nooit.
Schrijvers vallen om,
of sterven in bedden.
Boeken blijven,
dood, gewoon,
in oude kasten staan.…
Jeugdherinnering
poëzie
3.6 met 17 stemmen
4.037 Daar staarde ik op en voelde mij rampzalig;
Chinees en palmboom deden mij wegdromen
Naar verre landen, meer dan Verne-boeken.
't Ouderlijk huis was soms zo duf en stug.
'k Wist niet dat ik heus wel in de Oost zou komen
En even hard mijn lot er zou vervloeken.
--------------------------------------
uit: Al dwalend - X Herdenken…
[ Hoekige koeien ]
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
134 Hoekige koeien:
geen mens zou ze zo maken –
koeiemachtig mooi!…
[ Een levend standbeeld ]
netgedicht
3.0 met 2 stemmen
165 Een levend standbeeld
lijkt geen spieren te hebben –
voor ineens een nies.…
Een stad
poëzie
3.4 met 8 stemmen
3.195 Zoals men, gaande door een lange straat,
(Die, somtijds zich verbredend tot een plein,
Of soms ophoudend, waar de bruggen zijn,
Van dit eind van de straat naar 't ander gaat)
Zo bont des 's avonds in helle schijn,
Die van het winkel-licht naar buiten slaat,
Elk mense-popje ziet, dat gaat of staat,
Dat hoofd en schouders 't aller-lichtste…
Oktober
poëzie
2.7 met 74 stemmen
9.613 O luchten-goud, o groen van 't woud, o verven,
Die, in een laatste opglooiing van de aard,
Van al het schoonst des zomers, lang gegaard,
Een tooi hem toverdet, tot zacht versterven,
Wat was mij nu nog al uw licht-schijn waard,
Nu ik die teerste aanwezigheid moest derven?
Hoe taandet ge al, gij, die aanwezig waart,
Bij wat mij Eén, van ver…
MAART
poëzie
3.0 met 19 stemmen
6.495 Des daags scheen ’t helle licht uit ’t volop-blauw
En flikkerde op het water, en de stenen
Van huizen en straten waren wit beschenen
En grijs bestrepeld met der takken schauw,
En in de ganse stad waren door-énen
De warmte en schaduw, ’t zonne-licht en kou,
En waar de warmte lag in de luwte lauw
Woei felle wind om huizen-hoeken henen.
Wit…
Voor mijn 63ste verjaardag - 2 dec. 1924
poëzie
3.9 met 32 stemmen
7.591 Geen klacht om 't vlieden van de snelle jaren
Noch zelfs om 't naderen van de zwarte dood.
Zo min als, stralend goud door gouden blaêren,
De zon treurt, daar zij zinkt in 't gloeiend rood.
Slechts Éne weet, daar andren op mij staren,
Meelijdend, met mijn eenzaamheid en nood,
Slechts Éne weet wat heuchnis ik mocht garen,
Wat gouden oogst…
Tot de zonne-stralen
poëzie
3.3 met 7 stemmen
3.674 Die gevel-toppen gunt uw zachte schijnen,
Die eeuwig weer in ons te wekken lust,
Der schoonheid pelgrims, de eeuwige trekkens-lust,
Zon-stralen, gij, 't zij, waar in de woestijnen
Of land-, of zeeë-vlakten en eindloos deinen,
Uw rustloos licht op lege leegten rust,
't Zij gij de heilige kracht of 't teder kwijnen
Van uwer liefste kinderen…
Café-chantant I
poëzie
3.1 met 7 stemmen
2.189 En onder 't zuiver-gele gas-licht blozen
Blanke arme' en halze', en glanst het gouden haar,
En kruise' of spreiden zich in roze hozen
De fijne slanke benen, paar naast paar.
De blouse' omsluite' in veler-hande posen
De lichamen, die groeiden jaar en jaar
Tot schoot en boezem konden voede' en kozen
Wat in haar groei' met pijn en lijfs-gevaar…
O woordjes mijn...
poëzie
3.9 met 7 stemmen
3.971 O woordjes mijn, wat moet 'k u dankbaar zijn!
Waar zijt gij toch, waar komt gij toch vandaan?
Gij kunt altijd mijn heerlijkheid verstaan,
Veel beter dan ik denken kan in mijn
Klein geestje: kom, laat ik u bidden aan,
Want telkens als ik bidden durf: verschijn!
Komt gij rondom me als vlinderkens zo rein,
En licht, en wit, zó komt gij rond mij…
O DOOI-WIND
poëzie
3.2 met 16 stemmen
4.497 O dooi-wind, dooi-wind, dooi, o wind, o dooi!
Gij die van ’t zuiden aanvliegt, maak, o maak
Dat al, wat stokte, weer op gang geraak’,
Dat al wat dor is, word’ weer mooi!
- Ik ruik de geur alreê van gras en hooi
Uit gras en zooi – en dat weer ’t al ontwaak
Tot nieuwe muziek en zangerig vermaak,
Dat ook ikzelf uit kille koude ontdooi!
Ik zie…
Herfst
poëzie
2.7 met 21 stemmen
4.875 En in de lucht des vochte ochtends hangen
De laatste dunne blaad'ren van het jaar,
Als in het zwarte takkennet gevangen,
Met fijne glans van kleuren naast elkaar.
Zo louterde de pracht zich van de lange
En luide lichttijd en de brede schaar
Van groengedoste bomen, tot die bange
En tere lichtkleur van het late jaar.
Die blaadren…
Wat is dat toch een leventje van u
poëzie
3.0 met 3 stemmen
1.699 Wat is dat toch een leventje van u,
Alles te doen met uwe kleine handjes,
Zo klein en fijn weglopende in de randjes
Der mouwtjes, die weghouden in schaduw
Uw armpjes, die zo warmpjes en zo luw
Ligge' aan uw lichaam; en uw kleine tandjes,
Zij knabblen al wat komt over de randjes
Van uwe…
Late herfst
poëzie
2.3 met 17 stemmen
3.496 Geel is het blad, geel zijn de lichte bladeren,
Ver is de lucht, - 'k durf haast niet dat ik 't zeg -
Niet blauw, niet wit, wèl licht, - het snelle raderen
Van waagnen hoor 'k op blad-bestrooide weg.
Maar angstig is mijn hart, want in mijn aderen
Voel 'k 't leven leven, wetend dat ik weg
Eens moet, en dat ik mee-weg-dorrend leg
Onder de…
Een stad
poëzie
3.7 met 17 stemmen
4.225 Schoon is 't geslacht der mensen, daar ze lopen,
Hoge gestalten door de straten voort,
En vrouwen dalen naar de brede boord
Van de rivier in 't midden, dompel dopen
De kannen in het water, hel omdropen
Van 't schitterende vocht, - een enkel woord
Wordt helper-vliegend door de lucht gehoord, -
En heel de stad…
brieven aan ene onbekende I
poëzie
2.7 met 11 stemmen
3.451 De verre wind, die over de aarde ruist,
Het smachtend ritslen fluisterend door de blaren
Die van geen zwijgen weten of bedaren,
Daar ene ziel, begerend, in hen huist,-
Hoe wordt dit één op ééns met wat er huist,
Diep in mijn ziel: begeerte om op te varen,
De vlakten ver, verschieten te overstaren
Tot waar dit land de luide zee ombruist.…
Nachtegalen
poëzie
3.8 met 6 stemmen
1.723 Ik leef in nacht, maar mane-schijn is buiten,
Die leeft in twinkelende vogelen-slag,
Ik zie hem schijnen door de onzichtbre ruiten,
Ik wacht, maar ik verlang niet naar de dag
Ondergedompeld wezend ganslijk, ach!
In dit zwart meer, o liefelijk geluid en
Wat uit zwart donkere spiegel òp komt fluiten,
Licht-lieve volk in wat àl duister…
De Vlinder
netgedicht
3.8 met 5 stemmen
771 Kijk daar gaat ze!
Ze vliegt naar haar horizon toe
Wacht je op mij als je daar bent...?
Roep ik haar nog vluchtig toe
Maar ze hoort me niet meer...
Mijn schat, het ga je goed
Waar je ook gaat
En weet: ooit komt weer Onze Tijd
Onze Eeuwigheid
Vroeg of laat…
De taal van het leven
hartenkreet
3.0 met 4 stemmen
589 Het leven is een mooie taal
Alleen spreek ik haar nog zo slecht…
EEN ETS
poëzie
2.9 met 7 stemmen
1.344 Gelijk de droom eens kinds is, dat een dag
Van wandelen en spelen buiten stad
In zwoele zomer-hette heeft gehad:
Een uchtend, dat het landschap zonnig zag;
Een middag, dat de lucht gestapeld lag
Vol donkre donder-wolken, en 't kind mat
En drensend voort moest over 't zandig pad
Met in zijn oogjes stof en spinne-rag;
En in de spoortrein…
NIEUW AMSTERDAM
poëzie
3.0 met 5 stemmen
1.562 In jonge wijk van de oude stad gekomen
Waar eind'loos straat aan nieuwe straat zich reit,
En langs de banen steenloos geplaveid,
De nieuwe wagens zonder paarden stromen,
Gevalt mij vaak een vreemde droom te dromen
Door een verwisseling van tijd en tijd,
Dat zij, die 'k ging door 't lange leven kwijt,
Mij konden hier, weer levend, tegen komen…
Verboden toegang
poëzie
3.1 met 9 stemmen
2.817 (Tot de Woud-bezitters tussen Hilversum en 's Gravenland.)
Waartoe toch dat verbod? Wat zoude ik stelen?
O alles, alles, wat mijn hart begeert.
Hier vond ik vette kost, waarmee geneert
Mijn nooddruft zich. En 'k zoude ervan uitdelen.
Ik zoude 't maken tot een spel voor velen,
Uw schat, waarvan gij mij zo angstig weert
En maakt mij door…
INTERVIEW
poëzie
4.2 met 5 stemmen
1.324 Een interview? Waartoe? 'k Beeld nu al jaren,
— En 't laatst wel 't meest en nooit zo ongestoord -
In rijm, onrijm, met 't uitgezochtste woord
De stemmingen, die door mij henen varen;
En al de beelden grijp ik bij de haren,
Die 'k kan verpraaien van mijn kapersboord,
En ook begint — onlangs heb ik 't gehoord —
Mijn duistre Stijl, goddank…
Tot de gesluierde zomer
poëzie
4.0 met 2 stemmen
1.436 Wat wilt ge, o Zomer, 't aanzicht niet ontbloten,
Maar schuilt en houdt de sluier voor die ogen,
Die ons te aanschouwen nimmer nog verdroten,
Hoe vaak ook hun beloften ons bedrogen.
En schoon ook soms die plooien het gedogen
Dat onze blikken langs uw leden schoten,
Wat troostten ze ogen, die niet drinken mogen
Stromen, die u uit de open ogen…
Afscheid
poëzie
3.0 met 5 stemmen
1.467 'k Heb afscheid van het leven nu genomen.
Ik wist het ogenblik dat zon en maan
Tezamen langs de hemel zouden gaan
En alles ging als ik m' had voorgenomen.
Nooit bloosde 't licht zo ernstig achter bomen,
Zo helder gaf nooit alles te verstaan
Hoe het voor andren ging weer open gaan —
En verre zag 'k de Rijn lichtspieglend stromen.
Uw oude…
NARCISSUS OF WATER-SPIEGELING IN AMSTERDAM
poëzie
3.3 met 9 stemmen
1.624 Waar water is, wordt alles opgetild.
0 zie die waatren eens rechtlijnig schieten
De brug door tot zo welige verschieten
Dat graft-laan lijken gaat een woud-laan mild
En midde' in stad als eenzame woud-stilt'.
Wat zo de leste wolkjes daarin lieten
Voor donkre diept' haar leste blos verschieten
Eer nog een huivring over 't licht vlak rift?
De…
Geloven
poëzie
4.0 met 1 stemmen
772 Wanneer ik nu in de oude bladen lees
En zie het wonder beeld-werk van die tijden,
Die nog voor 't heil-begerig oog belijden
Een geloven, dat hoog boven werelds vrees
En hel en dood en wat het meeste dees
Tijden onteert: kil onverschillig lijden
Van weedom, hief tot 't hoogste heil verbeiden,
Des dervend nu doolt menig hart als wees;
Dan…
BLOEMEN-TENTOONSTELLING IN DE HAARLEMMERHOUT.
poëzie
3.5 met 2 stemmen
1.024 Wat tronen opgericht — en geen vorstinnen!
Hoe heffen zwarte stammen 't dak omhoog
Van baldakijn of luchten glorie-boog,
Hoe wijken hier bossaadjen tot beminnen
Verlokkend, zoden om de dans te ontginnen
Van reien, daar zich licht-gewiekt bewoog
De voet, die droeg de schoonste bloem omhoog:
Gestalte, onwis zijn 't vrouwen of godinnen?
Geef…
HERFST
poëzie
3.0 met 2 stemmen
1.092 Weer buitlen wij de donkre dagen binnen
Als winter alle licht verholen houdt,
Nu herfst haar wanden heft van louter goud,
Die schragen 't donkrend welfsel en de tinnen
Des tempels, waar z'haar nachtdienst gaat beginnen,
Waarop, daar elk de luchter brandend houdt,
Door duizend duizenden wordt neer-geschouwd,
Die sidderende tuigen van hun minnen…