Er heeft weer iemand mensen neergeschoten,
Toch draagt de dader zelf daarvoor geen schuld,
Nee, ánderen die al dan niet verhuld,
Hun mening gaven, krijgen op hun kloten.
De slotsom treft je hard in het gelaat:
Blijkt dat de vrije wil tóch niet bestaat.…
Soms denk ik maandenlang
aan een onmogelijke uitweg
gevangen, onderworpen aan een straf
die ik mij willoos opleg
Als hart niet doet wat hoofd gebiedt
is al het denken zinloos
het ogenblik illusie, ik een marionet
zo merk ik na een poos
Overtuiging wie ik ben,
elk houvast dat ik vind
vergaat onder jouw adem
tot vluchtig stof in koude wind…
Wie ben ik, als de wind mij niet meer noemt,
als ’t werk verstilt en ’t oog mij niet meer mint?
Een bloemeke, dat geuren kan alleen
in ’t donker, waar geen mens haar naam herkent.
De zin? Hij drupt als dauw op ’t morgenblad,
geschonken door een hand die ik niet zie.
De tijd bepaalt waar ’t zaadje vallen zal –
ik buig, en voel wat hij mij fluistrend…