Traanvocht kust het gras
zoekend naar daar waar het
geabsorbeerd zal worden
omarmt door Moederaarde
die het al koesterde nog
voordat het ontstond
rollend langs houten harten
gebroken beloften blijkt
de rit van korte duur
daar de zon zich van
haar sterkste kant laat zien
en het aanroept…
ik leefde liefde lang
langs lange lanen
van een zomers groene lariks
in weelderige bermen
zocht het droog donzig gras
langs water met witte zwanen
waar glinsterende libelles zwermden
en ik prille stilte las
wuifde met mijn wimpers
naar naderende mussen
die ogenschijnlijk bij
iedere tedere tred
moederaarde wilden kussen
ontroering…
Aan de horizon
breekt de nevel
als in
een sprookje
De zon
besprenkelt licht
als feeënstof
over golvend water
Een hardloper betreedt
het podium
van het theater
Het verhaal vertelt
van die wonden
van de oude boomstronk
die zich
angstvallig vastgrijpt
in moederaarde
Van die eendagsvlieg
die diezelfde avond
nog verjaarde…
grauwe wolkenluchten
zachtjes samen en fluister vlug
wat woordjes richting jou
Als de wereld morgen open gaat
breng ik kleine kiezelsteentjes
naar het laatste kruisjespad
waar armen wijd grenzen vervagen
Als de wereld morgen open gaat
verschuif ik het laatste restje zand
en plant een rode roos in zwarte grond
zodat deze kan hechten in moederaarde…
Reeds half het offer van de dood,
In dorre levensgaarde,
Bukt zich een grijsaard naar de schoot
Der trouwe moederaarde.
Maar zeg hem niet: 't is tijd van rust!
Schoon afgeleefd in iedre lust,
Hij hunkert nog te blijven:
Hij zucht en hijgt, maar juicht en lacht,
Hij leeft slechts om, met kunst en kracht,
De doodslaap te verdrijven.…
. - Heldre koren
vol klank- en kleurenspel, o eeuwig lied
der moederaarde, die haar schatten giet
in d' overvloed van 't wiegewagend koren.
Door 't koren gaan we en ons omlispelt stil
't listig geritsel van de ruisende aren:
de schelle krekel, die niet zwijgen wil,
sjirpt fijn, uit elke vore, op schrille snaren.…