je was een treurwilg aan de waterkant
waar kroos
en weemoed langs je wortels dreven
ik zat te wachten op een steen
wat verder
en zag de stroming langs je deinen
de kano's vaarden steeds aan je voorbij
of bleven slechts heel even aan je oever toeven.…
Wij vaarden in een bootje op de IJssel,
er stonden grijze reigers in het riet,
één heette echt Lodewijk van Deyssel,
de rest, spotters, verklappen we niet.
De kerktorens bogen voor ons houten bootje,
dat deed ons, naakte bemanning, veel plezier,
zelfs de boerinnen zwommen in hun blootje,
lachend om de stijve paal van een stier.…
Maar ik kreeg een taak
En een zwemvest
Ze zei overstag
Ik zei welk touw
Ze zei voor de wind
Ik vaarde mee
Eenmaal op open water
Gooide ze alle trossen los
Het verbaasde me niets
Zo’n rustige meid
Wanneer ga je overstag?…
met losse hand stucten we de wolken
en namen een hap uit de regenboog
We doolden door het leven
en droomden van een mooie meid
we vaarden op een blind kompas
en de tijd, de tijd leek zo wijd
We gingen naar hogere scholen
sommigen werden intellectueel
anderen vonden een baan
een ieder kreeg zijn deel
We leerden te overleven
en maakten…
Zij vaarde zo schoon in het schitterende kleed,
haar ogen de bloemekens lachelen deed,
om haar hals vlotte gulden lokken rond,
mij kwam gevleugelde zang in de mond,
want vreugdige liefde mijn herte doordrong,
en voor haar de zwervende zanger zong.…
De trireem vaarde voor Egypte’s kust.
Het torenvuur scheen in de vallende nacht.
Op dat moment kwam zij volmaakt tot rust
maar in haar brandde ’t vuur op volle kracht.…