160 resultaten.
'K voel mij de mens niet meer dan 't dier verwant
poëzie
3.8 met 18 stemmen
2.061 En de eiken aai 'k: zij voor mij aaiend reiken
Naar Brahman's zon, die hen, mijn waaiende eiken,
Vroeg 's morgens, 's avonds 't laatst bediadeemt:
Niets dierlijks, mens'lijks, ja - want Brahman ken ik
Als 't wereld denkend Ene, en Brahman ben ik -
Mij is, Zijn Zelfbesef, niets godlijks vreemd.…
En golvend in mijn Brahman, diep en koel
poëzie
3.2 met 13 stemmen
1.420 En golvend in mijn Brahman, diep en koel,
Zal 'k naar Zijn wet ons beider glorie eren,
En, noctiluca, vroom fosforesceren
Met vonken kunst en eeuwigheidsgevoel;
En slaat smartelijk mij Zijn golfgewoel,
Ik weet: de schok zal zich tot vlam verkeren;
Tot trots in Brahman zal dat vuur verteren,
Wat bleef van angst om Noodzaak zonder Doel.…
Pastiche #5
hartenkreet
4.8 met 11 stemmen
485 ’k Ben Brahman. Maar we zitten zonder meid.
Die uitzendkracht van ons:
Ze is ook nooit op tijd.
- naar Johan dèr Mouw…
't Is lang geleden (11)
poëzie
4.0 met 4 stemmen
811 ik gaan,
Ik die, uit angst van aarde, hijgend wou vluchten
Naar bevrijding in storm, in sterreluchten,
In koele smartenloosheid van natuur,
Tot waar, van eeuwigheid in Brahman dronken,
De extaze ziet als wolk van as en vonken
Stuiven 't Heelal uit 't eigen Wereldvuur.…
Soms vraag ik nuchter
poëzie
3.8 met 23 stemmen
2.442 I
Soms vraag ik nuchter: Is 't misschien een waan,
Wanneer ik denk, ik ben Brahman's profeet -?
Herleeft in mij, zonder dat 'k zelf het weet,
Een zon- en regentov'rende shamaan?
Of doe ik aan mystiek, noem 'k mij brahmaan,
Omdat het literair staat en gekleed?…
/ Nu slaapt ze in Brahman, veilig voor altijd
poëzie
3.9 met 10 stemmen
1.808 Wat
Weet meer dan ik van 't Brahman zo'n brahmaan?
Het is mijn thuis, ik kom er net van daan,
De Schone Slaapster van jouw Lotusstad.
Stil leg ik in de ziel je heel mijn schat
Van zelfgeschouwde God, geen mensenwaan:
Hoor, nu ik wakker ben, mijn fluist'ren aan,
Niet 't plechtigst org'len van de Oepanishad.…
Stralig borduursel van kristallen wand
poëzie
4.5 met 6 stemmen
1.114 sonnet,
Waarin onzichtbaar 't diepste leven trilt.
--------------------------------------
uit: Brahman, deel II (1919)…
Stuk gruiz'len, 't strand op, van de horizont
poëzie
4.9 met 10 stemmen
1.430 Aan 't wereldoppervlak stormen de dingen:
Zelfs geen gedruis zal tot in de afgrond dringen,
Want stil de ziel aan 't hart van Brahman kleeft;
Al kan het oud verdriet niet meer genezen,
Hij weet: gezonken naar zijn eigen Wezen,
Nu bloedt hij verzen, waar Zijn licht op beeft.
-----------------------------------------
uit: Brahman I, p. 99…
Om één jaar jong te zijn
poëzie
3.8 met 4 stemmen
1.187 En deze wens, die christ'lijkheid verbant
En ik aanvaard, is Brahman's and're kant:
Hem kreeg ik steeds terug, bij ied're ruil.
Zo handhaaft zich het eeuwig evenwicht:
Een helft van de aarde is donker, de and're licht;
Lag er geen drek om heil'ge Simeon's zuil?…
't Is lang geleden
poëzie
3.8 met 12 stemmen
1.931 In Brahman is vergaan
Mijn wereld, en ikzelf, grijze brahmaan -
Hij had blauwe ogen en mooi donker haar.…
Wie 't meisje, dat hij liefheeft, aait en kust
poëzie
3.9 met 13 stemmen
1.574 .
----------------------------------------------------
Brahman I, p. 129
Sonnet XXIII in de cyclus 'In de Hoogte'…
'k Sta naar 't schitt'rend oranje in 't west te kijken
poëzie
4.8 met 5 stemmen
1.137 .
---------------------------------------------
uit: Brahman (1919), deel I, p. 246…
En nu 'k mijn mensenleed
poëzie
3.0 met 8 stemmen
1.774 Geen stilte is zo diep, als die volgt op tranen;
En, weggevlucht voor lach, komt dichterbij
De schuwe wijsheid van vred'ge brahmanen:
Schijnbaar gescheiden lijdt, die sloeg, in mij.
En 't is, als hoorde ik Iets zichzelf vermanen:
'Mijn liefde was ikzelf'. - Zo werd ik vrij.…
O nacht
netgedicht
1.0 met 1 stemmen
257 Niets is me vreemder dan het Zelf, het Zelf
dat nimmer door de poort van verrukking
zal gaan omdat ik ongewild “ dukkha “ ( 2 ) eens
in mijn tijdelijk hart heb gesloten.
1 asceet
2 lijden
3 brahmaan)is een brahmaanse priester en de hoogste van de vier varna's van het Indische kastenstelsel.…
ritueel
netgedicht
2.9 met 44 stemmen
5.941 niks, ik zit gewoon
blikken zijn niet verboden
blauwe halve maantjes
zien de stoute bruine sterren
van de brahmaan
wat doe je dan?
je wast mijn haar
bij de dorpspomp
giet je bekers water
over mijn hoofd
's avonds loop ik de woestijn in
alleen onder de groeiende maan
tot de stemmen achterblijven
eeuwig wil ik hier zijn…
De gele wolken werden langzaam rood...
poëzie
4.8 met 4 stemmen
740 De gele wolken werden langzaam rood.
Dan dacht hij: Nu begint zonsondergang;
En keek weer naar de zwaluwen, die zo lang
De zon nog konden zien. En dikwijls schoot
De angst door hem heen: Eenmaal gaat moeder dood,
Hoe moet het dan? - Eens voelde hij bij zijn wang
'T laag rits'len van een vleermuis, en werd bang,
Toen hij 'm van dichtbij…
Hij ligt er nog, de steen
poëzie
5.0 met 2 stemmen
1.079 Hij ligt er nog, de steen: een jaar geleden
Heb 'k zelf hem daar gelegd; en ik herken
Heel goed de plek, vlak naast die scheve den,
Waar 't zandpad, wit, loopt naar de hei beneden.
'k Dacht vaag: Wat 'k doe, lijkt op wat Farao's deden;
Eenzelfde ontzetting vroeg in mij en hen:
Alles vergaat: ben ik niet, die ik ben,
En was en blijven zal in…
Omhoog zien naar de zon de waterrozen
poëzie
3.6 met 11 stemmen
525 Omhoog zien naar de zon de waterrozen,
Kinderlijk, alsof 't Rafaels eng'len waren;
Grauw slib en wijde schem'ringen bewaren,
Die hier de dood stilde tot smartelozen.
Opzuigt de bliksemstorm het meer tot hozen:
Dan staan in blauw doorschijnende pilaren
De doden: hun zwarte ogengaten staren
Boven hun grijns om macabre apotheozen.
Naar…
Zenit
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
225 Besef van 't eindeloze
op onze planeet
is hemelwaarts gericht
in het zenit,
niet in oneindigheid
Niet in het grenzeloze
van het tijdloos eeuwig niets
der onzichtbare
fatamorganisch
oplossende uitgestrektheid
zonder horizonten
Noch in brahman's altoze
eeuwige sereniteit
der atmosferisch-
stratosferisch
peilloos diepe ijlten…
Lang rolt, een bol van klank, de knal van 't schot
poëzie
4.3 met 20 stemmen
1.809 Lang rolt, een bol van klank, de knal van 't schot,
Bonzend van wand tot wand, 't gebergte rond:
Het dier, door 't vals onzichtbare gewond,
Kruipt, om de rand, in scheef verlichte grot;
En pijnlijk trekt hij met verbrijzeld bot,
Hinkend, een smal rood streepje over de grond;
Diep, ver van 't bos, waar hij zijn voedsel vond,
Daar gaat hij…
Beweeglijk bloemperk op stil blauw kanaal (1919)
poëzie
3.5 met 13 stemmen
1.256 Beweeglijk bloemperk op stil blauw kanaal,
Flikkeren, fel, hupp'lende zonnestippen,
Soms plotselinge lisch met gouden slippen,
Soms gouden pijlkruid, plots'ling vertikaal:
Magisch onzichtbaar zijn ze, als ze overwippen
Van top naar rimpeltop; een enk'le maal
Zie je, als een slangetje, een rankende straal,
Glinst'rend en glad, tussen twee…
'K zie nu al hoe 'k, als jij gestorven bent
poëzie
4.4 met 55 stemmen
2.297 'K zie nu al hoe 'k, als jij gestorven bent,
Zal zitten, kijkend naar je stil gezicht;
Wel vol verleden, toch pijnlijk verlicht,
Dat jij ten minste geen verdriet meer kent.
Mijn handen zullen, vroeger lang gewend,
Van zelf aaien je haar, waar levend ligt,
Als vroeger, nog het diep glanzende licht,
Dat uit de dood mij jouw vergeving zendt.…
Wie ziet niet soms zich liggen in de kist (1919)
poëzie
4.5 met 15 stemmen
1.269 Wie ziet niet soms zich liggen in de kist,
Geroerd, dat zoveel schoons moest ondergaan?
Wie hoort uit 't graf niet roemen, stil voldaan,
Deugden die buiten hem geen sterv'ling wist?
Wie denkt niet bij zichzelf: Wonderlijk is 't,
Dat alles dan gewoon zijn gang zal gaan,
En het heelal 't de moeite van 't bestaan
Nog waard zal vinden, als…
Als koel in 't groen baden mijn brandende ogen
poëzie
3.6 met 21 stemmen
1.798 Als koel in 't groen baden mijn brandende ogen,
En, stadsgevang'nen, wijd zwerven door 't ruim,
Komt vlokkend op de wind, als gorig schuim
Uit een riool, het stadslawaai gevlogen;
Twee wolken stuiven aan, ineen gezogen
Door stinkende auto die, rollende fluim,
Op 't stof, dat wegbolt, in kwaadaard'ge luim
De stad, immense zieke, heeft uitgespogen…
Al wat ik dacht - geloofde je - was waar
poëzie
3.4 met 35 stemmen
2.954 Al wat ik dacht - geloofde je - was waar,
En goed was alles - vond je - wat ik dee.
At Merlin's feet the weary Vivien lay:
Jij zag in mij de Wijze Tovenaar,
En 'k aaide, zelf al grijs, je roodblond haar,
En 't leek dan, ik werd jong weer, en ik glee
Naar 't paradijs op rode morgenzee.
Dan zie 'k ook jouw kist staan, zwart, op de baar.…
Hij ligt er nog, de steen
poëzie
3.2 met 9 stemmen
1.145 Hij ligt er nog, de steen: een jaar geleden
Heb 'k zelf hem daar gelegd; en ik herken
Heel goed de plek, vlak naast die scheve den,
Waar 't zandpad, wit, loopt naar de hei beneden.
'K dacht vaag: Wat 'k doe, lijkt op wat Pharao's deden;
Eenzelfde ontzetting vroeg in mij en hen:
Alles vergaat: ben ik niet, die ik ben,
En was en blijven…
Blond kindje speelt piano
poëzie
4.0 met 30 stemmen
2.151 Blond kindje speelt piano. Plechtig staan,
Als was 't een kerk, twee kaarsen. 'T is, als ragt
'T verleden blauw nevelend op, en tracht
Naar lichte kring van 't Nu terug te gaan.
Als kwam 't van ver, hoor 'k de oude stukjes aan,
Waar zalig Mozart's kindervroomheid lacht,
En uit berijpte grasjes, rits'lend zacht,
Zilv'ren getinkel glipt…
Ja, één keer nog je leven overdoen (1919)
poëzie
3.8 met 26 stemmen
2.122 Ja, één keer nog je leven overdoen,
En dan op 't toekomst-richtend oogenblik
Nalaten dat gebaar, dat woord, die blik,
Die reis, die brief, die daad, die vraag, die zoen,
Zóó, dat een niet begrepen vizioen
Je zou weerhouden door plots'linge schrik,
Doordat in 't Nu van 't eigenmachtig Ik
Waarschuwend school 't praeëxistente Toen:
Dan…
Nog hoorbaar, heel heel ver, is de avondtrein (1919)
poëzie
4.6 met 30 stemmen
1.723 Nog hoorbaar, heel heel ver, is de avondtrein, -
Blauw naast groen korenveld een boer aan 't werk.
Hei. Boven bos de toren van een kerk.
Rust, overal; 't diepst op de spoorweglijn.
'T is of de vijf telegraafdraden zijn
Een notenbalk; de sleutel - ginds, die berk;
De noten zwaluwen, zwart op 't rode zwerk;
De vlaggetjes hun staarten, lang…
'K sloeg met bronzen bekkendonder kapot
poëzie
3.4 met 12 stemmen
1.809 'K sloeg met bronzen bekkendonder kapot,
Episch en groot, 't elegisch klokgetinkel:
Nocturnespinsel van Venusgetwinkel,
Mijn storm verbrandde 't onder fluitenspot.
En 't klonk als kanonnades, schot na schot,
En 't klonk als lang rinkink'lend glasgerinkel,
Toen 'k ver in 't dal zwiepte met bliksemkrinkel
Kristallen koepelbouw van gletschergrot…