het kind was binnen de ramen
een volle dag
bevroren verlokken
vielen wezenloos
van een grauw palet
toen de dag gerimpeld werd
kwam het kind buiten
en huilde
omdat er geen sneeuw meer lag
----------------------------------------
uit: 'Het Albanese Wonderkind', 1991.…
kom maar
hier roept
de engel
op naar
het nieuwe
land
jouw verlaten
aardbol is
verre van
charmant
oorlogen aardbevingen
martelingen veel
kinderverdriet
zweef met
mij verder
door het
hemelruim niet
nadenkend over
wat jij
verliet
de nabestaanden
sturen je
wensen ballonnen
liever niet
meer
gezegend…
Heel gauw gaan ze nu weer geuren,
roepen dingen wakker
die al lang vergeten zijn -
kinderverdriet en kinderpijn.
Wat geuren met je doen:
ze brengen terug wie je niet meer bent
ze kussen wakker wat je niet meer kent:
heel die drukte in je hoofd,
heel het worstelen om zin.…
Ik probeerde in geschreeuwde
nachten zinloos te schuilen,
maar diep kinderverdriet bleef
even eenzaam als voordien
in een fantasiewereld huilen.
Ik vul mijn handen met
lege letters en wil het verleden
schrijven met een hoofdletter.…
ze kijkt naar de mensen
die bij elkaar horen
ze is met niemand samen
en voelt zich verloren
ze mocht nooit huilen
grote meisjes huilen niet
maar ze voelt nog steeds de pijn
van dat oude kinderverdriet
ze heeft haar gevoelens
volledig geblokkeerd
hoe ze zich moet uiten
heeft ze nooit geleerd
haar emoties zijn weggestopt
in de kluis…
ze kijkt naar de mensen
die bij elkaar horen
ze is met niemand samen
en voelt zich verloren
ze mocht nooit huilen
grote meisjes huilen niet
maar ze voelt nog steeds de pijn
van dat oude kinderverdriet
ze heeft haar gevoelens
volledig geblokkeerd
hoe ze zich moet uiten
heeft ze nooit geleerd
haar emoties zijn weggestopt
in de kluis…
Nog hoor ik het
dat geronk van die motor
toen je plaatsnam op dat
bruine zadel en zei dat je gauw
weer terugkwam om te blijven
ik wist dat het niet zo was
dat een belofte werd gemaakt om
meer dan duizendmaal te breken
en dat bleek ook zo te zijn
nooit beter heb ik je gekend
dan in flitsen van komen en gaan
in woorden als lucht zo vluchtig…
Zo'n eerste dag dat water
geen water meer is maar meer.
Het kind met beide voeten gestrand
vraagt naar ijs - glad - ijs.
Zo vraagt ze naar de chemie
van het simpele, gladde, volmaakte
waarin ze haar doorzichtige drie jaren ziet.
De schelle schaatsers flitsen voorbij
tekenen in de wind.
Het kind beweegt, schaduwloos
ze knielt, buigt voorover…