Mobiele meid
Haar schett'rend blingmobieltje in de hand,
boezem strak achter koffie en de krant,
schudt ze blondbruine krullen,
snerpt dat hij niet zo moet lullen.
Ze wacht nu al een kwartier,
vindt het niet zo prettig hier.
Haar lichtend grijze ogen,
kohlzwart omrande bogen,
kijken me nijdig even aan,
zien me niet werkelijk staan.
Dan lacht het mondje breed,
schatert opzettelijk wreed:
"Laat ook maar, deze meneer,
hier, daarin zie ik nu meer".
Haar knipoog is wat vettig.
Dat mondje, wel weer prettig,
richt zich nu tot mij en zegt:
"Isterzo. Anders heeft-ie pech".
Haar geanimeerde conversatie
ratelt door zo, zonder spatie.
Het is moeilijk haar te horen,
blonde haartjes onder haar oren
glanzen zacht in het licht.
Ze deugt niet, is wel 'n gedicht.
Vaag hoor ik de vraag: mijn mailadres?
Ik aarzel, niet op tijd bij de les.
Een bleke baardling blijft nu staan.
Zo zie ik haar even later gaan.
Ze zoent hem op de mond;
hij legt zijn hand op haar kont.
Toch kijkt ze om, dat mondje lacht,
ze heeft nog even aan me gedacht,
schudt haar krullen:" Zeg?
Heb jij nou even pech!"
Geplaatst in de categorie: humor