ORGAANDONOR.
Ik las het op diverse borden,
om orgaandonor te worden.
Ik ging eens voor de spiegel staan,
daar zat nog best wat bruikbaars aan.
Al was ik in de tachtig jaar,
de dokter zei:"nou komt U maar".
Veel onderzoek was er vereist,
plus foto's en een vragenlijst.
"Bent U de kluts nogal eens kwijt?"
"Dokter dat is verleden tijd.
'k Heb hem nu voor heel mijn leven
een zichtbaar goede plek gegeven".
"Ook Uw hart klopt wel wat snel",
"Dokter ja, dat weet ik wel.
't is alleen slechts als ik U zie,
maar ik maak me geen illusie".
"Uw tenen zijn nog gaaf en heel,
maar ze jubelen te veel.
Ook het gehoor is nog de vraag,
flaporen heeft niemand graag.
Het reukorgaan kwam wel van pas,
als het niet zo'n loopneus was.
U hebt het roken wel bedwongen,
toch twijfel ik over de longen.
'k hoorde het bij elke zucht,
er zit nog veel vervuilde lucht.
Ook de borsten beste meid
hadden eens hun glorietijd.
Op de ene zit een hobbel,
op de andere zie'k een bobbel.
Dat moet natuurlijk wel zo zijn,
maar verder zijn ze toch te klein.
U sloft ook met Uw linkerbeen,
en in de blaas daar zwemt een steen.
Uw lever leed door al het pimpelen,
en Uw vel is fors aan 't rimpelen.
Die kromme misgroei zie ik nu,
dat is de blinde darm van U.
Op Uw hoofdhuid bloeit de roos,
en Uw kunstgebit is broos.
Donor zijn, het luistert nauw,
U bent bedankt beste mevrouw,
want wat ik verder zo bemerk,
't is allemaal versleten werk.
Inzender: Mieke van der Heijden, 11 maart 2009
Geplaatst in de categorie: humor
Alles anders bekeken.