Een flat in mijn stad
Zie toch: dat immense schaakbord
in het donker. Achter elk verlicht
veld woont minstens een dame of heer
en ook kinderpionnen, een, twee of meer.
Langzaam wordt de puzzel opgelost.
Met elk ontstoken licht wordt
een nieuw leven verraden
en van het stadse donker verlost.
Waar zal er ruzie zijn? Waar wordt gevreeën?
Waar werkt een vrouw aan een nieuw gedicht?
Waar spinnen poezen, slaperig en tevreden?
Waar wordt spanning gesneden? Klein
ben je in zo’n grote gedachte, zo’n grote flat.
Verdiepingenhoog al dat lief en leed en leven;
‘t is niet dat je er ook maar met je pet
bij kunt. Je kunt er alleen naar raden.
Want ernaast staat nog een flat en, afijn,
ernaast dan nog een. En nog een. Om even
nog maar te zwijgen van alle ramen buiten zicht,
waarachter ook mijn donker en mijn licht
ergens dan wel zal moeten zijn.
Geplaatst in de categorie: woonoord