18 resultaten.
In geen spiegel
netgedicht
2.5 met 2 stemmen
1.198 De dag dat in geen spiegel
dit gezicht nog zichtbaar
zal zijn, is het een droeve dag?
Ik leef de dagen rillend als
een riet in zelfs de geringste
fluisteringen van de wind.
De nachten verkrampt als
een steen onder de koude
hemel van de woestijn.
De grauwe ochtend: ik val
schokkend uit het duister
met gebroken…
thuiskomst
netgedicht
4.0 met 2 stemmen
469 als je thuiskomt
zo moe dat je
bijna onzichtbaar
bent geworden
honderd jaar ouder
dan toen je vertrok
ogen geblust
de witte blik
waarmee je
even naar mij
kijkt
valt tussen ons
op de grond
je gezicht is
klein en strak
als een steen
ik weet niet ik
weet niet wat
ik doen moet
hoe je te omhelzen…
Vallen en opstaan
netgedicht
3.2 met 6 stemmen
905 Plof op het kleedje:
zo’n dertig meter (voor hem dan)
naar beneden gedonderd
van het zwarte plafond van de finca.
(even vergeten je vast te houden?)
en zo snel als hij viel
met al zijn voetjes weer
de witte muur opgerend
roetsj naar boven tot
ja, precies de plek waar
hij zat. Niet gevallen,
niks gebeurd.
Kleine gekko grote…
De natuur in
netgedicht
2.5 met 2 stemmen
601 Ik moest maar weer eens
naar de rivieren gaan kijken,
vond ik,
die stromen en
die gaan ergens heen tenminste.
Wij gingen.
Het was koud, de Maas kroop
met tegenzin uit de nevels,
lag dof en grijs in de regen,
verdween bij de bocht
weer de mist in.
Kijk, zei je,
een rivier weet zich
soms ook geen raad met zichzelf.
Toch…
Nachtbezoek
netgedicht
2.3 met 3 stemmen
1.183 Ik werd wakker, ‘t was nog nacht,
omdat iemand op mijn bedrand zat,
ik herkende haar: zij was zoals
ik zonder ‘t te weten had gedacht.
Laten wij praten, zei ze zacht,
zeg me wat je gerust zou stellen,
het is allemaal in mijn macht,
je mag je diepste wens vertellen.
Wij spraken over tijd en plaats,
wie er bij zouden zijn, zij knikte;…
weg weg
netgedicht
3.2 met 6 stemmen
786 uit deze
natte benauwde stad
de geulen van straten vol
modderen huizen de lucht
van afwas erboven de bomen
geen bomen maar verdwaalde houten
klazen het geraas van stinkdieren de verspijkerde
broeken van ontuig dat vloekend&brommend voorbij daast
het pils dat geel de gore kroegen uit stinkt….
ik moet gaan ik moet gaan
ik moet rivieren…
Zo begrijp ik nu Mattheus 10: 37
netgedicht
3.3 met 6 stemmen
2.141 Ooit trad het leven op mij toe, een ranke
jonge vrouw met fris ontloken borsten, een
knie geheven tot een schrede die het begin
zou moeten worden van een lange onstuimige
tocht van ons samen waarheen.
Ga mee, fluisterde ze, je vader en moeder
slapen, sluip het huis uit, laat alles achter,
je hebt om te eten en wonen niets anders
nodig…
Wandeling na de storm
netgedicht
0.0 met 1 stemmen
403 De oude landgoederen met hun paden waar je
soms de bochten niet van snapt,
Schaep en Burgh, Bantam, Boekesteyn,
de grote groene stammen, de beukenzalen,
ook hier zijn de stormen van januari als
barbaren tekeer gegaan.
Ontwortelde bomen liggen als gevallen vorsten op
het pad,
na eeuwen grootse dromen één ongehoorde dreun.
En ach,…
Maandagochtendritueel
netgedicht
3.5 met 2 stemmen
482 Ja leg mij maar neer in het wit fluweel,
strooi bloemen op mijn kussen, laat er
zachte muziek zijn, intussen komen veel
mensen langs mij om te zeggen dat ze
van mij houden.
Iemand vertelt met verstikte stem ( ja nu
herken ik hem, beetje verkouden) over mijn
leven, de diepe betekenis die ik er aan heb
gegeven en dat ik mooie gedichten heb…
Terrasmus
hartenkreet
1.5 met 4 stemmen
1.177 klein rond oog keek naar mij
van tussen de kruimels op mijn bord:
deze hoef je echt niet zelf?
nee hoor, ga je gang maar.
het knipperde even en ik wist zeker:
iemand kijkt mij uit dat oogje aan,
een iemand met heel dunne beentjes en
een dik veren lijfje dat tsjiep zegt
maar wel degelijk: iemand.
nooit vergeten: in al die lijfjes…
Zo ging dat dus
netgedicht
4.0 met 3 stemmen
357 Geluk dat was je opa,
zoals hij met een mand appelen
in zijn knuisten uit de
boomgaard tevoorschijn kwam.
Zoals zijn bruine armen met de
sterke aders uit de opgerolde
mouwen van zijn overhemd staken.
De dood mocht wel opletten
als hij hem kwam halen,
dat won hij nooit.
Drie maanden later aan
slangen en flessen, op het
dekbed twee…
Odysseus in de nacht
hartenkreet
5.0 met 2 stemmen
1.744 Op een een lekgeslagen schip
slingerend door de golven van de nacht,
ternauwernood de gronden van de ondergang
ontkomen, de klippen der krankzinnigheid
voorbij gekanteld, bereikt hij, bijna zinkend,
in de uiterste seconde de veilige haven
van haar heupen, het Ithaca van haar schoot.…
Storm aan het strand
netgedicht
2.4 met 5 stemmen
1.089 Als Hunnen stormen zij aan, golvende
horden, schuimbekkend van woede naar
wat hen teweer staat: dit land Bavaria
dat laf zich schuilhoudt achter de vadzige
buiken der duinen.
‘’Val aan!’’ brult de gong van de Khan
van de Wind.
‘’Wees hen een gesel! Verzuip hen
die fatsoenlijk als mannen behoren
te sterven, hun vrouwen en kinderen…
Mind over matter
netgedicht
4.0 met 3 stemmen
358 (Louvre)
Hier:
zo’n veertig
liter water, ‘n flinke
kwak vet, paar pijpen
kalk, onduidelijk vezels,
eiwitten, nergens wit
nergens ei, verspreid in
slordige bundels,
onzichtbaar een paar
galvanische stroompjes
erdoorheen,-oja zo’n 6
gram goud in mijn
vullingen, schat ik.
Daar:
koolstoffen in
Plakje van verdroogde
plantenvezels…
Ons eigen lot
netgedicht
2.3 met 3 stemmen
453 Na zeven jaar verdoezeld in
de lusthof van haar lichaam
onder de vruchtbomen van
haar eiland, wilde hij op
huis aan, naar zijn eigen
vrouw
- zit vergrijsd en breiend
op je te wachten, had zij
nog gezegd-
tevergeefs,
en naar zijn eigen schrale
land en van de Goden moest
zij hem het vlot gunnen
waarmee hij haar…
DE TERUGWEG
netgedicht
2.8 met 4 stemmen
410 1
Waar wij de weg terug ook zochten,
overal stonden grijze brokken rots
op het pad.
Ander pogen liep dood aan de rand
van zwart water, een stap nog en
wij zouden daar voor altijd blijven.
Omtrekkend kwamen wij uiteindelijk
bij puinhellingen, woest en ledig;
afdalen had ons de benen gebroken.
Uren versleten in dwalen,
regen…
Schilderij van een mij onbekende vrouw
netgedicht
4.2 met 6 stemmen
1.398 Naakt, de benen opgetrokken en de dijen
licht gespreid, zit zij blank en bruin en rose
op de ronde rode tafel: vleesgerecht ons toebereid?
Door wie wordt zij aangeboden of biedt
zij zich aan? Men weet niet of zij
van zichzelf is of dat iemand haar mag slaan.
Met grote zwartgeverfde ogen staart zij
omlaag als in de rouw, hoofd gebogen…
Luisteren aan het einde
netgedicht
1.8 met 4 stemmen
519 De koude wind van het einde
waait mij om de oren.
Doodgaan is het ergste niet –
dat is: niet te horen
waarom en waarvoor je
gekomen bent, hier, waar
vandaan je nu gaat vertrekken.
Wie of wat heb je gezocht ?
Geen doelgerichte tocht,
geen heldere koers doet zich
voor, achteraf of alsnog,
naar een bestemming, een naam.
De bladeren…