Dreigt vijandschap uit schaduw, op eenmaal
Laat hij zich vallen, vouwt zijn glorie dicht,
En tussen kleurloze vermolming ligt
Uitgedoofd 't brokje zon, onvindbaar-vaal.
Wegvlind'rend uit mijn Brahman's wereldvuur,
Zweeft in Zijn licht door mijn eigen natuur
Mijn ziel, die Hem weerkaatst in poëzie.…
Van binnen ziek en vermolmend
wacht hij berustend totdat hij
na de dooi wordt gerooid.
Zijn ontloken zaden, weelderig gegroeid,
tooien zich in het voorjaar weer
met volle bloesempracht.…
Deze cultuur bloeit het lichaam open
Met een hart dat is gesloten
De body glanst met goud bespoten
Webben rond vermolmend hout
Roerloos tot de dood zo oud
Waar de tuinheer niet kan snoeien
Kan geen lelie open bloeien
Waar geheid de tijd de pijn van voelt
‘t Bloed gekoeld waar woede innerlijk woelt
Hangt in een mist van tranen
Rotte…
De cultuur bloeit het lichaam open
Maar het hart dat is gesloten
Body glinstert als in goud gegoten
Webben rond vermolmend hout
Roerloos tot de dood vermoeid
Waar de tuinheer niet kan snoeien
Kan geen lelie open bloeien
Waar geheid de tijd de pijn van voelt
Het bloed gekoeld woede innerlijk woelt
Hangt in een mist van tranen
Rotte…
mee n’n snotvalling de dijken op
winterstorm valt de canadabomen
aan, takken breken onze paden
achter den stal van Sefke liggen ze
al jaren te vermolmen, de reuzen
stoffering van ons weidse landschap
we hebben onderweg al judasoorkes
over de weg zien gaan, ze luisteren
nie zenne, ze smaken naar koteletten
ge hebt geen last van psilocibine…
Zonder jou zou het zwarte nog zwarter
onze zinnen, onze geesten, verdwazen,
vermolmen als onbruikbaar hout,
jij bent de lichtgevende starter,
die heel de wereld doet verbazen,
onze Isis, onze Sophia, zo vertrouwd.…
Vermolm! mijn lier!
Geen dichtervier
Zal meer mijn borst ontstijgen.
Strooit, vrome barden, dan niet meer
Uw paarlen voor die zwijnen neer,
Komt! laat ons nu maar zwijgen!…