Zuidelijke gastvrouw
zij snijdt nog brood
op de ouderwetse manier
zij neemt het bijna als een baby in haar armen
- zij moet een warm hart hebben - denk ik
een rilling van bijna betrapte herkenning
gaat door mij heen
ik word weer klein
en sta aan tafel
met de punt van het mes
maakt zij een kruis
van korst tot korst
het lemmet klieft
het grijs van golgotha
zij schijnt het niet te merken
ik bespied haar feller
het brood, een donkere homp nu
draait zich tussen haar borsten rond
en om haar warme wijze mond beeft
een nauw aanvaarde glimlach
als zij zegt
terwijl zij de sneden
behoedzaam op de broodschaal legt:
wat zijn de jaren snel gegaan
ik had je bijna niet herkend
nu ik het kind en jij de moeder bent
-----------------------------------
uit: 'Laat maar', 1971.
Inzender: gvg, 7 juni 2006
Geplaatst in de categorie: kinderen
de laatste strofe DOET het.