Dichter
Koudbloedig heerschap, niet geliefd,
hoogmoedig, God, een tikje vreemd.
Beschaafd geschift, soms stiekem wreed,
en zelfs zijn kater blieft hem niet.
Corrupte herder over loopse tekens,
kettingganger, geketend aan het rijm,
van wie men toch vergt dat hij vliegt
en dat hij onder ede liegt -
en dat moet ons geweten zijn?
-------------------------
uit: 'Gilette', 1998.
Inzender: mk, 22 november 2020
Geplaatst in de categorie: moraal