DE SPIN
Die zilveren deinende schoot,
mijn liefste, dit maagdelijk gave net,
dit gruwelijk schone huwelijksbed,
dit vangzeil van de dood -
ik heb het gesponnen tussen de bomen
en tussen de zon en de aarde
en al waar ik ontwaarde
je zoet-zoemende dolersdromen.
Ik vang je op in mijn wiegelend bed
O wond in mijn maagdelijk net
O liefste verloren in mijn schoot
O worsteling in liefdesnood -
ik wikkel je in mijn zijden geweld
ik houd je met duizend armen omkneld
ik verstik je in een cocon van gloed
ik drink je zachte blanke bloed
dat rinnend gulpt en schreit -
en volgedronken op het kruis
van mijn geschonden dodenhuis
ik lig gebroken en bevrijd.
-----------------------------------------------------
uit: ‘Letterkundig Maandschrift’ nov. 1939, 1e jrg.
Inzender: J.N., 19 september 2020
Geplaatst in de categorie: vrijheid