Toen ik een kleine jongen was
Toen ik een kleine jongen was
ging ik 's avonds liggen tussen de koude lakens.
Mijn bed was groot en wijd als de wereldzee,
daar lag ik lekker als een opgerolde slak.
Maar later werd mijn lichaam groter en harder,
en wanneer ik nu mijn benen strek
dan slaat mijn harde hoofd tegen de planken.
O, ja wanneer je groter wordt
stoot je je hoofd tegen de beddenplank.
-------------------------------------------------------
uit 'De zwanen en andere gedichten' (1930)
Inzender: S.D., 5 september 2022
Geplaatst in de categorie: lichaam