inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 3.820):

Regentesselaan

Wat heeft ons op die morgen toch wel mogen
doen lopen langs de Regentesselaan,
waar ons de blaren om de oren vlogen?
Waar kwamen we in 's hemelsnaam vandaan?

Hoe dan ook, er kwam een mannetje aan
waardoor je blik opeens werd aangezogen,
een en al zwarte hoed en zwarte ogen,
voorzichtig schuifelend, - en jij bleef staan.

Kloos, zei je, toen hij bij het hoekje kwam -
een hoopje mens, maar toch een zo geachte,
dat je, eerbiedig, op een afstand, wachtte,
en, ongezien door hem, je hoed afnam.
Daar ging een god in 't diepst van zijn gedachten
naar P. van Haasdrecht voor een half ons ham.

--------------------------------------------------------------
Uit : 'De oevers bekennen kleur', 1994.

Schrijver: Michel van der Plas
Inzender: HM, 15 april 2019


Geplaatst in de categorie: idool

3.0 met 57 stemmen aantal keer bekeken 21.491

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)