Roos
Nog zachter dan een zedig streelgebaar
Ontvouwt de roos haar vurig rode kroon
Haar volle blaad’ren in het ochtendschoon
Dodijnend door een zoele zucht aldaar
De doornen deren niet haar zoete toon
Zo vredig vlammend deze tijd van ‘t jaar
Hier breeduit bloeiend, licht, helder en klaar
Zulk woekerende weelde; ongewoon!
Deez’ schone schijn, flatterend ideaal
Teniet gedaan, geknakt is dit reliek
Verstoken van haar schijn, haar pracht en praal
Zo dor en droog, zo doods welhaast, of ziek
Staat nu de roos, waarheid blijkt aartsrivaal
Doch pleng geen traan. Dit is geen romantiek!
Geplaatst in de categorie: snelsonnet