De arbeider
Altijd wel wat om te verzagen
Een muur om hartgrondig in te boren
Ook schuren kan hem zeer bekoren
En timmeren, ja, met vaste slagen
Als de moeder hem een halt wil vragen
Zegt hij: even wachten met de koffie, vrouw
En nu je toch hier bent, heb je geen touw?
Ik wil de trap hier wat verlagen
Ze zucht maar houdt van deze man
Die eenmaal alles met zijn handen kan
Maar vergeten is wat houden van
Betekende in vroeger dagen
Ze wacht geduldig tot de nacht
Tot hij het stof heeft afgeklopt
Zij koude handen in de zijne stopt
Weer weet wat hen tezamen bracht
Geplaatst in de categorie: huwelijk