Nauwelijkse maan
Zichtbaar verstopt in alle ruimte van de dag
Mijn kind dat haar ontdekt, en opgetogen
Haar naam noemt, roemt, verrast, met mededogen
Haar hoopt tot ooit weer groter pracht
Ik zag haar pas verscholen in de nacht
Ik ken haar, maar herken haar amper:
Een haar, haast niets, een sikkel, schamper
Als een achteloze schildersstreek
Ik veeg mijn tranen uit mijn ogen
Slik bewogen alles weg dat mij zo speet
En vat weer moed: de maan is
Flinterdun, als wegvallende hoop
Maar veelbelovend voor wie beter weet
Geplaatst in de categorie: emoties