Een vreemde eend
Ik heb een paar Chinese vrinden
Zij zijn dol op de natuur
Zij wilden mij laten ondervinden
De schoonheid van ’t biologisch creatuur
Een wandeling werd uitgekozen
Lang groen en water, terug naar de roots
Ieder sprietje uitgeplozen
Een nieuwe wereld, niets dan goeds
Het hoogtepunt van onze toer
Was de eend in al haar glorie
Gewapend met kijker, fluit en voer
Bereikten we al snel de eenden-euforie
We zagen paartjes, compleet met kroost
Een mandarijneend vol van kleuren
Een stelletje, verliefd, geminnekoosd
Een prachtige wereld viel te bespeuren
Ik was aangestoken, zwaar verslaafd
De eend, dat was mijn passie, zeker
Want dat diertje was zo begaafd
Een regelrechte hartenbreker
Dus ging ik weer op eigen initiatief
Op zoek naar de wilde eend, alleen
Ik volgde ze heel assertief
Wel dagen achtereen
Maar al heel snel ondekte ik
Die eend is smerig, seksueel
Ik kwam er achter tot mijn schrik
De eend wipt alles, niets is teveel
Een gangbang, twee, drie na elkaar
Een vrouwtje of woerd, niets is te dol
Zelfs een dode eend is geen bezwaar
Een eend die pakt elk gat en hol
Bijgekomen van de schrik, heb ik besloten
De eend is passé, nee, geen gemok
Alleen nog als hij is aangeschoten
En klaargemaakt is door de kok
Dus, ik heb een paar Chinese vrinden
Dankzij hen krijgt de eend van mij applaus
Nu mogen zij eens ondervinden
Dat ie ’t lekkerst smaakt met hoi sien saus
Zie ook: http://www.dijkdichters.nl
Schrijver: Aart-Jan Moerkerke, 13 mei 2007
Geplaatst in de categorie: humor