Hij zag haar
Hij zag haar op straat voor een winkelruit staan.
Gelijk een gazelle, heel rank op de poten.
En voor hij het wist had-ie zachtjes gefloten.
Want zoiets moois liet geen mens zich ontgaan.
Zij draaide zich om en hij kreeg het benauwd.
Hij wist niet zo goed aan haar blik te ontkomen.
Een ruw wakker worden uit hemelse dromen.
Wat van achter zo jong leek, was van voren zo oud.
Ze lachte heel lief, dwars door rouge en poeder.
Hij schaamde zich diep en boog schuldbewust.
Zij stelde hem nog met een glimlach gerust.
En tripte toen weg, gelijk een koningin-moeder.
Oeiii, daar was-ie toch wel van geschrokken.
Nooit liet hij zich meer door één zijde lokken.
Geplaatst in de categorie: mannen