Luctor et emergo
Met veel kabaal kwamen
de messen aangesneld,
de kopjes, ‘k heb ze
werkelijk niet geteld.
Heel langzaam gingen
de snijbladen naar beneden
einde in zicht, de finale
kon niet meer worden vermeden.
Hun kopjes zo lief, zo veel,
zo wit, ‘k heb ze niet geteld,
maar na een zwaai van ’t mes,
lagen ze allemaal onthoofd
op ’t pas gemaaide grasveld.
De messen verdwenen, na hun
verwoestende taak,
‘k keek het met lede ogen aan,
maar ‘k wist als geen ander
dat ze er binnen
een paar dagen wederom staan.
Geplaatst in de categorie: natuur
die madeliefjes zijn immers ook niet te verslaan?
Leuk gedicht hoor!