De oude eik
De oude eik,
hij staat daar naamloos,
in zijn stoerheid en zijn kracht
belichaming een deel van mijn gedacht.
Hij staat daar trots in volle glorie.
Ik noem hem geduld in groene stilte
bevriend met dag en nacht.
Zijn wakkere ogen zwerven over ’t gras.
Bij avondval zal hij de stemmen van de krekels horen.
Zijn bladerdak, het schuilend nest van groot en klein,
wacht tot de stralen van zonlief weer de lucht doorboren.
Hij staat daar met zijn kruin
verenigd met de wolken,
kabouters, elfen die de spleten
tussen wortels gaan bevolken.
Die oude eikenboom,
hier rustend aan de watergracht,
vol knoesten zit zijn oude bast.
De wind die waait
bespeelt zijn sterke takken
en knoopt zijn boombaard slordig vast.
Een stuk of wat eikenbladeren
dwarrelen vederlicht, ongrijpbaar, wervelend
in het nu gouden herfstig ochtendlicht,
vormend een bladerbed
van bronsgroen, okerbruinrode tinten.
't Is onder deze immens zachte bomenmantel
dat eens mijn hart beminde.
Hij staat daar
oud en licht gebogen
met de seizoenen mee
wisselend van kleur, geur en pracht.
Die wijze oude eikenboom
luisterend naar elfensproken
toegefluisterd door zijn vriend de wind.
Voor mij... een buigzaam toonbeeld
van onverstoorbare Levenskracht.
Geplaatst in de categorie: natuur