Zomaar een dag
De banden van mijn fiets
Rolden over de weg
Naast mij stonden bosjes
Aan de andere kant een heg
De lucht was pikdonker
Het was ook al wel laat
Ik had nog niks door
Van die vreselijke daad.
De bosjes bewogen?
Er stond geen wind!
Een man sprong op
Liep over het grint
Trok me van mijn fiets
Een hand over mijn mond
Trok mijn broek uit
Kneep in mijn kont
Mijn gevoel was weg
Alles wat ik weet
Was zijn gehijg
En zijn kop vol zweet.
Geplaatst in de categorie: lichaam