Mei.
Voor mijn venster bloeit de blauwe regen,
De tere trossen wiegen zachtjes in de wind.
Hoe mooi die tere bloemen,
Zo prachtig en zo blauw.
Iedere morgen moet ik kijken,
Een vreugde ied're dag.
Hoe goed doet dit bewond'ren,
Hoe fijn dat ik bewond'ren mag.
Aarzelend verschijnen dan de blaadjes,
Als willen ze ons tonen:
"Hoe mooi is toch die blauwe pracht".
Hun dunne vingers omsluiten
Het tere blauw heel zacht.
De ranken steken hun lange vingers uit...
Naar een houvast.
Zoeken een plek om zich te hechten,
Winden zich steeds meer vast.
En volgend jaar komt weer de Mei,
Dan wordt het weer genieten...
Nog groter en nog schoner,
Is dan "die blauwe pracht".
Inzender: A.Stik-Snijder, 16 november 2010
Geplaatst in de categorie: jaargetijden